Schrif­te­lijke vragen Voed­seli­ni­ti­atief faci­li­teren, niet belem­meren


Indiendatum: 9 dec. 2020

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Voedsellokaal De Gymzaal aan de Witte de Withstraat van Stichting Lokaal Voedsel Den Haag is het voedsellokaal en huis voor duurzame voedselinitiatieven als Lekkernassûh, Volkskeuken, Conscious Kitchen en Ons Eten. In het verleden heeft de gemeente zich positief uitgelaten over deze initiatieven en de bereidheid getoond om het onderkomen aan de stichting te verkopen. Toch loopt het duurzame initiatief al vier jaar tegen gemeentelijke belemmeringen aan.

Hierover stellen overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde de raadsleden Robert Barker, Partij voor de Dieren; Arjen Kapteijns, GroenLinks; Joris Wijsmuller, HSP; Janneke Holman, PvdA; Lesley Arp, SP; en Pieter Grinwis, ChristenUnie/SGP de volgende vragen:

In het aangenomen initiatiefvoorstel ‘Duurzaam voedsel; nog een tandje bijzetten’ heeft de gemeenteraad vastgelegd dat het wenselijk is om voedselketens te verduurzamen, lokale duurzame voedselinitiatieven te stimuleren en te werken aan bewustwording rond gezond, duurzaam en betaalbaar voedsel. Dit is overgenomen in de Programmabrief duurzaamheid.

  1. Is het college met de vragenstellers van mening dat initiatieven als Lekkernassûh, Ons Eten, Volkskeuken, Conscious Kitchen en Stichting Lokaal Voedsel Den Haag bijdragen aan de hiervoor genoemde aspecten?
  2. Is het college van mening dat het wenselijk is om dit soort initiatieven, die zien op het bevorderen van duurzame, eerlijke voedselketens, te stimuleren en faciliteren? Zo ja, in hoeverre doet de gemeente dit nu bij het voedsellokaal De Gymzaal en genoemde initiatieven?

Met verschillende wethouders en colleges zijn gesprekken gevoerd over de mogelijkheden voor Stichting Lokaal Voedsel Den Haag om het pand te kopen, te verbouwen en in te zetten voor hun activiteiten. Echter, toezeggingen uit het verleden lijken daarover niet te zijn nagekomen. Zo weet de stichting nog steeds niet of de door haar beoogde activiteiten zijn toegestaan.

  1. Kan het college ingaan op de belemmeringen waar dit initiatief tegenaan loopt en hoe de gemeente kan faciliteren om de belemmeringen weg te nemen?
  2. Ziet het college mogelijkheden om dit initiatief meer te faciliteren, zodat het tot volle wasdom kan komen?

Concreet geeft Stichting Lokaal Voedsel Den Haag aan dat in het verleden de gemeente de toezegging deed dat er meegewerkt zou worden aan een ontheffing voor alcoholvrije horeca. Uiteindelijk is de ontheffing afgewezen en moesten de leges door het initiatief worden betaald. Vervolgens zijn afspraken met de toenmalige wethouder FS gemaakt over dat de gemeente bij de vergunningsverlening de beoogde activiteiten zou beoordelen en aangeven of deze binnen het bestemmingsplan pasten. Bij de aanvraag is dit uiteindelijk niet gebeurd. Verder heeft de gemeente een te ondertekenen voorstel gedaan om erfpacht uit te geven, zodat het initiatief niet hoefde te kopen, maar trok dit later in. Op basis van deze geschiedenis lijkt de motivatie bij veel vrijwilligers weg te ebben.

  1. Herkent het college het hiervoor geschetste beeld? Ziet het college ook dat het initiatief binnen de gemeentelijke organisatie tegen een bureaucratische muur lijkt te zijn gelopen?

Op 27 januari 2020 is een vergunning verleend voor het veranderen van de gevel van de Witte de Withstraat 127 door het plaatsen van 2 reclame-uitingen, het wijzigen naar een bijeenkomstfunctie en het uitvoeren van inpandige wijzigingen. Echter, er is bij deze verlening geen uitsluitsel gegeven of het beoogde gebruik van het gebouw mogelijk is. Het college stelt, wanneer de stichting in bezwaar gaat hierover, dat opneming van de lijst met beoogde activiteiten “niet strookt met de ter plaatse geldende bestemming” en dat “de aanvraag geen betrekking op de activiteit ‘wijziging’ gebruik.” heeft. Verder zou er voor de beoogde activiteiten een exploitatievergunning nodig zijn die “ten tijde van de hoorzitting nog niet was aangevraagd.” Uiteindelijk is het bezwaar op 30 oktober afgewezen.

  1. Kan het college aangeven waarom de gemeente niet bij de vergunningsverlening uitsluitsel heeft gegeven of de door Stichting Lokaal Voedsel Den Haag beoogde activiteiten binnen het bestemmingsplan zijn toegestaan?
  2. Kan het college aangeven welke van de beoogde activiteiten zijn toegestaan en welke niet zouden stroken met de huidige bestemming?
  3. Ziet het college mogelijkheden om vast te leggen dat deze activiteiten mogelijk zijn of ziet ze mogelijkheden om deze activiteiten mogelijk te maken?
  4. Kan het college specifiek aangeven of ondergeschikte horeca mogelijk is, hetgeen essentieel is voor een voedselinitiatief? Klopt het dat bij een maatschappelijke functie strikt aan deze functie gebonden horeca is toegestaan?
  5. Kan het college aangeven waarom naar een exploitatievergunning wordt verwezen terwijl deze eerder is afgewezen en pas kan worden aangevraagd na de verbouwing?
  6. Zonder duidelijkheid over de mogelijkheden is het voor een burgerinitiatief moeilijk om financiering te verkrijgen voor de koop van een gebouw en het bekostigen van een verbouwing. Erkent het college dit?
  7. Ziet het college ook het risico dat na de verbouwing de beoogde activiteiten toch niet blijken te zijn toegestaan?
  8. Ziet het college mogelijkheden om de stichting meer zekerheid te geven over de gebruiksmogelijkheden en of haar activiteiten binnen het bestemmingsplan zijn toegestaan?
Robert Barker
Partij voor de Dieren
Joris Wijsmuller
HSP
Arjen Kapteijns
GroenLinks
Janneke Holman
PvdA
Lesley Arp
SP
Pieter Grinwis
ChristenUnie/SGP

Indiendatum: 9 dec. 2020
Antwoorddatum: 2 mrt. 2021

De raadsleden de heren Barker, Kapteijns, Wijsmuller en Grinwis en de dames Holman en Arp hebben op 9 december 2020 een brief met daarin dertien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht over stichting Voedsel Lokaal luidend ‘Voedselinitiatief faciliteren, niet belemmeren’.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Voedsellokaal De Gymzaal aan de Witte de Withstraat van Stichting Lokaal Voedsel Den Haag is het voedsellokaal en huis voor duurzame voedselinitiatieven als Lekkernassûh, Volkskeuken, Conscious Kitchen en Ons Eten. In het verleden heeft de gemeente zich positief uitgelaten over deze initiatieven en de bereidheid getoond om het onderkomen aan de stichting te verkopen. Toch loopt het duurzame initiatief al vier jaar tegen gemeentelijke belemmeringen aan.

In het aangenomen initiatiefvoorstel ‘Duurzaam voedsel; nog een tandje bijzetten’ heeft de gemeenteraad vastgelegd dat het wenselijk is om voedselketens te verduurzamen, lokale duurzame voedselinitiatieven te stimuleren en te werken aan bewustwording rond gezond, duurzaam en betaalbaar voedsel. Dit is overgenomen in de Programmabrief duurzaamheid.

1. Is het college met de vragenstellers van mening dat initiatieven als Lekkernassûh, Ons Eten, Volkskeuken, Conscious Kitchen en Stichting Lokaal Voedsel Den Haag bijdragen aan de hiervoor genoemde aspecten?

Ja, het college vindt dat deze Haagse initiatieven bijdragen aan bewustwording rond gezond, duurzaam en betaalbaar voedsel.

2. Is het college van mening dat het wenselijk is om dit soort initiatieven, die zien op het bevorderen van duurzame, eerlijke voedselketens, te stimuleren en faciliteren? Zo ja, in hoeverre doet de gemeente dit nu bij het voedsellokaal De Gymzaal en genoemde initiatieven?

De meeste van deze initiatieven ondersteunt de gemeente door de subsidieregeling Duurzame wijkactie. Dit is een subsidie die de kosten voor organisatie, communicatie en (juridisch) advies dekt. Voor duurzame Haagse initiatieven zijn er bijeenkomsten aangeboden waar bijvoorbeeld financieringsvormen uitgelegd werden. Ook is informatie te vinden op Aan de slag - Stadslandbouw (stadslandbouwdenhaag.nl) en MAEX.

Met verschillende wethouders en colleges zijn gesprekken gevoerd over de mogelijkheden voor Stichting Lokaal Voedsel Den Haag om het pand te kopen, te verbouwen en in te zetten voor hun activiteiten. Echter, toezeggingen uit het verleden lijken daarover niet te zijn nagekomen. Zo weet de stichting nog steeds niet of de door haar beoogde activiteiten zijn toegestaan.

3. Kan het college ingaan op de belemmeringen waar dit initiatief tegenaan loopt en hoe de gemeente kan faciliteren om de belemmeringen weg te nemen?

De gemeente is sinds jaren in gesprek met stichting Voedsel Lokaal over de aankoop van de gymzaal aan de Witte de Withstraat. De gymzaal maakte onderdeel uit van een (voormalig) schoolgebouw dat door de kalvelwinkel in 2015 is uitgegeven als kluscomplex. Het gehele pand stond in 2014 leeg en was ter voorkoming van kraak tijdelijk in gebruik bij een anti-kraakorganisatie. In de gymzaal was de stichting Voedsel Lokaal gevestigd als anti-kraakinvulling. Er is voor het voormalig schoolgebouw een plan opgesteld voor 13 kluswoningen en in het raadsvoorstel van 15 december 2015 (RIS2900562) is opgenomen dat de gebruikers (stichting Voedsel Lokaal) van de gymzaal (maatschappelijk bestemming) in eerste instantie het eerste recht van koop hebben. In februari 2017 is de stichting hiervoor een grondreservering- en bruikleenovereenkomst aangegaan. Het pand heeft een maatschappelijke bestemming.

De stichting geeft aan dat voor ze overgaat tot aankoop van het pand, zekerheid van de gemeente wil verkrijgen dat ze haar (toekomstige) activiteiten kan uitvoeren op deze locatie. De bestemming “maatschappelijk” is ruim, maar staat geen (ondergeschikte) horeca, detailhandel en geen openbare dienstverlening toe. De stichting voert activiteiten uit die hier raakvlakken mee hebben. Ook heeft de stichting laten weten haar activiteiten in de toekomst te willen uitbreiden. Hierbij wil ze open avonden (muziek, theater) houden en een wens is om alcoholische consumpties te schenken. Daarnaast willen ze het pand avonden verhuren aan derden.

De afgelopen jaren is veelvuldig met de stichting gesproken om dit initiatief zo veel mogelijk binnen de mogelijkheden van het gemeentelijke beleid te faciliteren. Er is meegedacht met de stichting en er zijn juridisch adviezen ingewonnen over o.a. het passend maken van de activiteiten van de stichting binnen de maatschappelijke bestemming. Ook is er samen met de stichting gekeken naar alternatieve locaties en mogelijkheden. De gemeente heeft de stichting altijd meegegeven dat de stichting net zoals een ieder zelf verantwoordelijk is dat haar activiteiten binnen het bestemmingsplan passen. De kaders voor het toegestane gebruik zijn vastgelegd door de Raad in het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier. De (on)mogelijkheden zijn toegelicht aan de stichting. Een aantal van de beoogde functies van de stichting passen niet binnen het bestemmingsplan, hier is de stichting van op de hoogte.

Op 21 oktober 2019 heeft de stichting een omgevingsvergunning ingediend voor de verbouwing van het pand en als bijlage een activiteitenoverzicht toegevoegd. Eind januari 2020 is de omgevingsvergunning toegekend. De stichting heeft bezwaar ingediend tegen de aan haar toegekende vergunning, omdat er in het besluit geen uitspraak wordt gedaan over het bijgevoegde activiteitenoverzicht. Tevens is er bezwaar ingediend door een aantal omwonenden (kluswoningen). Zij geven aan dat er de afgelopen jaren sprake is geweest van (geluid)overlast. Ook zijn de bezwaarmakers bezorgd dat door uitbreiding van de activiteiten de overlast vergroot wordt. De adviescommissie bezwaarschriften heeft het bezwaar van de stichting eind 2020 ongegrond verklaard (de vergunning ziet immers op de verbouwing en niet op het toekomstig gebruik). De stichting is begin december 2020 een beroepsprocedure hier tegen gestart.

4. Ziet het college mogelijkheden om dit initiatief meer te faciliteren, zodat het tot volle wasdom kan komen?

De insteek van de gemeente is altijd geweest om de stichting te behouden en te faciliteren, want het college draagt de stichting een warm hart toe en staat achter de doelstelling van de stichting. Echter is het college gebonden aan de gemeentelijke beleidskaders. Als de gemeente de stichting nog verder zou faciliteren zou ze moeten besluiten af te wijken van de door de raad gestelde kaders.

De enige andere optie is dat stichting middels een Wabo-procedure een wijziging van de bestemming aanvraagt. Hiermee krijgt de stichting zekerheid over de door haar uitgevoerde (toekomstige) activiteiten. Als deze omgevingsvergunning wordt aangevraagd, zal deze (zeer waarschijnlijk) worden afgewezen. In het bestemmingsplan van het Zeeheldenkwartier is horeca alleen toegestaan in de winkelstraten en rond de twee pleinen. De raad kan besluiten af te wijken van het bestemmingsplan en de vergunning strijdig gebruik toch te verlenen. Het college acht dit een onwenselijke optie, omdat deze locatie niet geschikt is voor detailhandel of horeca en er reeds overlast is onder een aantal omwonenden. In het geval van een bestemmingswijziging geldt deze bestemming ook voor latere initiatieven op deze locatie.

Concreet geeft Stichting Lokaal Voedsel Den Haag aan dat in het verleden de gemeente de toezegging deed dat er meegewerkt zou worden aan een ontheffing voor alcoholvrije horeca. Uiteindelijk is de ontheffing afgewezen en moesten de leges door het initiatief worden betaald. Vervolgens zijn afspraken met de toenmalige wethouder FS gemaakt over dat de gemeente bij de vergunningsverlening de beoogde activiteiten zou beoordelen en aangeven of deze binnen het bestemmingsplan pasten. Bij de aanvraag is dit uiteindelijk niet gebeurd. Verder heeft de gemeente een te ondertekenen voorstel gedaan om erfpacht uit te geven, zodat het initiatief niet hoefde te kopen, maar trok dit later in. Op basis van deze geschiedenis lijkt de motivatie bij veel vrijwilligers weg te ebben.

5. Herkent het college het hiervoor geschetste beeld? Ziet het college ook dat het initiatief binnen de gemeentelijke organisatie tegen een bureaucratische muur lijkt te zijn gelopen?

De gemeente heeft de stichting de afgelopen jaren, zoals inderdaad aan ze toegezegd, gefaciliteerd en geadviseerd om het initiatief binnen de bestaande beleidskaders te realiseren. Hierbij zijn geen toezeggingen gedaan om buiten de gemeentelijke regelgeving te treden. Zie ook antwoord op vraag 3.

Op 27 januari 2020 is een vergunning verleend voor het veranderen van de gevel van de Witte de Withstraat 127 door het plaatsen van 2 reclame-uitingen, het wijzigen naar een bijeenkomstfunctie en het uitvoeren van inpandige wijzigingen. Echter, er is bij deze verlening geen uitsluitsel gegeven of het beoogde gebruik van het gebouw mogelijk is. Het college stelt, wanneer de stichting in bezwaar gaat hierover, dat opneming van de lijst met beoogde activiteiten “niet strookt met de ter plaatse geldende bestemming” en dat “de aanvraag geen betrekking op de activiteit ‘wijziging’ gebruik.” heeft. Verder zou er voor de beoogde activiteiten een exploitatievergunning nodig zijn die “ten tijde van de hoorzitting nog niet was aangevraagd.” Uiteindelijk is het bezwaar op 30 oktober afgewezen.

6. Kan het college aangeven waarom de gemeente niet bij de vergunningsverlening uitsluitsel heeft gegeven of de door Stichting Lokaal Voedsel Den Haag beoogde activiteiten binnen het bestemmingsplan zijn toegestaan?

Bij de behandeling van een vergunningaanvraag dient de gemeente zich te beperken tot de activiteiten die zijn aangevraagd. De aanvraag zag alleen op de verbouwing van het pand. Een “wijziging gebruik” in de zin van de activiteit ‘Strijdig gebruik’ was hier geen onderdeel van. De lijst met activiteiten had om die reden geen toegevoegde waarde voor de behandeling van de aanvraag en is terecht buiten beschouwing gelaten. Daarnaast heeft de stichting wel een toelichting gekregen op de toegestane mogelijkheden binnen het bestemmingsplan.

7. Kan het college aangeven welke van de beoogde activiteiten zijn toegestaan en welke niet zouden stroken met de huidige bestemming?

Ja. De kaders voor het toegestane gebruik ter plaatse zijn vastgelegd door de Raad in het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier. Het pand heeft een maatschappelijke bestemming, waarbinnen horeca, detailhandel en openbare dienstverlening niet zijn toegestaan. De stichting heeft hierop een toelichting gekregen.

8. Ziet het college mogelijkheden om vast te leggen dat deze activiteiten mogelijk zijn of ziet ze mogelijkheden om deze activiteiten mogelijk te maken?

Zie antwoord op vraag 4. Niet alle beoogde activiteiten van de stichting zijn mogelijk. Het is aan de stichting zelf om een afweging te maken of ze dan wel of niet het pand willen en kunnen kopen.

9. Kan het college specifiek aangeven of ondergeschikte horeca mogelijk is, hetgeen essentieel is voor een voedselinitiatief? Klopt het dat bij een maatschappelijke functie strikt aan deze functie gebonden horeca is toegestaan?

Nee, dit is niet toegestaan. Volgens de meeste bestemmingsplannen is ondergeschikte horeca toegestaan als onzelfstandige ruimte binnen de bestemmingen dan wel de functies “detailhandel” en “dienstverlening”, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. De functies “detailhandel” en “dienstverlening” vallen niet onder de bestemming Maatschappelijk. In het bestemmingsplan Zeeheldenkwartier is de mogelijkheid van ondergeschikte horeca niet opgenomen. Horeca ondergeschikt aan een maatschappelijke functie is op deze locatie alleen toegestaan wanneer hiervoor een omgevingsvergunning is verleend. Voor ondergeschikte horeca hoeft geen exploitatievergunning worden aangevraagd.

10. Kan het college aangeven waarom naar een exploitatievergunning wordt verwezen terwijl deze eerder is afgewezen en pas kan worden aangevraagd na de verbouwing?

De stichting heeft in 2018 een melding gedaan voor de horeca-activiteiten. Er is geen sprake van een afgewezen exploitatievergunning. Ook is er geen exploitatievergunning aangevraagd. Een exploitatievergunning kan te allen tijde worden aangevraagd, maar strijdigheid met het bestemmingsplan is een weigeringsgrond.

11. Zonder duidelijkheid over de mogelijkheden is het voor een burgerinitiatief moeilijk om financiering te verkrijgen voor de koop van een gebouw en het bekostigen van een verbouwing. Erkent het college dit?

Zie antwoord vraag 4. Het is aan de stichting om te besluiten het pand te kopen en hoe dit te financieren. Zoals aangegeven dienen de activiteiten te passen binnen de maatschappelijke bestemming, de stichting heeft hier duidelijkheid over.

12. Ziet het college ook het risico dat na de verbouwing de beoogde activiteiten toch niet blijken te zijn toegestaan?

Het is reeds duidelijk dat een aantal van de beoogde activiteiten niet zijn toegestaan. Zoals aangegeven dienen de activiteiten te passen binnen de maatschappelijke bestemming. Zie ook antwoord op vraag 4.

13. Ziet het college mogelijkheden om de stichting meer zekerheid te geven over de gebruiksmogelijkheden en of haar activiteiten binnen het bestemmingsplan zijn toegestaan?

Indien de stichting een Wabo-aanvraag indient voor de activiteit “wijziging gebruik” en daarin aangeeft welke activiteiten zij wenst te gaan ontplooien, dan zullen die activiteiten worden getoetst aan de geldende wet- en regelgeving. Zie ook antwoord op vraag 4.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,
Ilma Merx
de burgemeester,
Jan van Zanen

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Uitzondering op de mondkapjesplicht

Lees verder

Schriftelijke vragen Verkeersborden met insectenhotels en vogelhuisjes

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer