Schrif­te­lijke vragen Wat betekent uitspraak rechter voor de Binck­horst?


Indiendatum: 26 jul. 2022

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Fatima Faïd, Haagse Stadspartij en Robert Barker, Partij voor de Dieren, de volgende vragen over de uitspraak van de rechter inzake twee bouwplannen aan het Maanplein; de gebouwen met de naam Elara en Nova. Het gaat om zaaknummer SGR 21 / 4800 CHWA V303 en SGR 21 / 5637 CHWA V303. In deze uitspraken concludeert de rechter dat de motivering van de gemeente voor de besluiten onvoldoende is en zelfs dat het rechtszekerheidsbeginsel is geschonden met een bepaling in het omgevingsplan.

1. Kent het college de twee uitspraken inzake de bouwplannen aan het Maanplein? Kan het college reflecteren op beide uitspraken?

2. Is het college van plan in hoger beroep te gaan? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

De vragen over het plan Nova en de uitspraak van de rechter:

3. De rechter heeft geoordeeld dat de onderbouwing van het plan Nova met een hoogteaccent van 73 meter niet voldoende is. Kan het college de stukken die zijn ingediend bij de behandeling van het bezwaarschrift en het uiteindelijke oordeel op het bezwaarschrift met de raad delen? En kan het college de bouwaanvraag en de beschikking met de raad delen?

4. Vindt het college dat het plan Nova (73 meter hoog) wel doorgang kan vinden zonder een aanpassing van het omgevingsplan? Wordt een aanpassing van het omgevingsplan voorbereid? Of kiest het college voor het nemen van een nieuw besluit voor de omgevingsvergunning?

5. Uit de uitspraak blijkt dat in de beschikking wordt gesteld: “De hoogtemaat van de ontwikkeling van Maanplein 110 is in het verleden vooral aangemoedigd en aanbevolen door de afdeling Stedenbouw van de gemeente. Schaduwwerking en vermindering van zonuren op woonblok TP6 zijn hieraan inherent. “ Kan het college dit toelichten?

6. Ook wordt in de aanvraag voor Nova de hoogte van 73 meter toegestaan omdat er een saldering met andere zaken wordt toegestaan. Kan het college dit toelichten?

7. Vindt het college het niet vanuit de rechtszekerheid raar dat bij een maximale bouwhoogte van 30 meter en een maximaal hoogteaccent van 70 meter toch een toren van 73 meter wordt toegestaan? Welke onderbouwing heeft het college hiervoor?

Daarnaast bleek dat het plan Nova niet voldoet aan de uitgangspunten van de nota Eyeline Skyline. Daarover de volgende vragen:

8. Klopt het dat het plan Nova niet voldoet aan de nota Eyeline Skyline? Zo ja, op welke punten wijkt dit project af? Wat is de reden daarvan?

9. Wat is de reden dat meer dan 50% van de stedelijke laag mocht worden bebouwd?

10. Wat is de reden dat de diagonaal van de toren niet voldoet aan de gestelde regels in de nota Eyeline Skyline? Wat is de exacte diagonaal nu?

11. Kan het college toelichten wanneer de gemeenteraad is geïnformeerd over deze afwijkingen?

De vragen over het plan Elara en de uitspraak van de rechter:

12. De rechter heeft beoordeeld dat de onderbouwing van het plan Elara (van 49,95 meter hoog) onvoldoende is. Kan het college de stukken die zijn ingediend bij de behandeling van het bezwaarschrift en het uiteindelijke oordeel op het bezwaarschrift met de raad delen? En kan het college de bouwaanvraag en beschikking met de raad delen?

13. Klopt het dat Elara 49,95 meter hoog wordt? In hoeverre voldoet dit gebouw aan de eisen die voor hoogbouw zou gelden indien het toch 50 meter zou worden?

14. Indien het gebouw niet aan de hoogbouweisen voldoet, hoe zorgt het college dat het gebouw niet toch nog iets hoger wordt dan 50 meter?

Ter plekke is te zien dat er al flink aan zowel Elara en Nova wordt gebouwd.

15. Kan het college bevestigen dat de ontwikkelaar al is begonnen met bouwen van beide plannen? Zo ja, hoever zijn deze?

16. Wat is het gevolg van de uitspraak op deze bouwactiviteiten? Worden deze door het college nu stilgelegd?

17. Wie draagt de kosten van de schade die voor de ontwikkelaar ontstaan door vertraging of mogelijk zelfs niet doorgaan van het plan?

18. Hoe wordt omgegaan met de reserveringsruimte die deze bouwplannen gebruiken?

De rechterlijke uitspraken kunnen grote gevolgen hebben voor vele plannen op de Binckhorst. Daarover de volgende vragen:

19. Kan het college aangeven wat zij als hoogteaccent ziet? Aan welke eisen moet een hoogteaccent voldoen?

20. Vindt het college dat een toren zonder omliggende bebouwing gezien kan worden als een hoogteaccent? Welke kaders, expertise of onderbouwing acht het college voldoende om deze inschatting te maken?

21. Een aspect van de uitspraken is dat bebouwing op de locaties volgens de kaders is beperkt tot 30 meter. Hoeveel van de bebouwing op die locaties ligt op of onder de 30 meter?

22. Indien een groot deel van de bebouwing boven de 30 meter komt, hoe kan het college dan nog spreken over een hoogteaccent?

23. Waarom heeft het college niet gekozen om, als zij deze overschrijding van de 30 meter wenselijk vindt, een voorstel voor aanpassing van het omgevingsplan te doen via de gemeenteraad?

24. Gaat het college in het vervolg op de Binckhorst beter motiveren wanneer er sprake is van een hoogteaccent en waarom deze wenselijk is?

25. De rechter heeft geoordeeld dat de zinsnede “hoogbouw dient zorgvuldig te worden ingepast volgens het Haagse hoogbouwbeleid;” uit de planregels ( 7.7.2 lid b) onvoldoende rechtszekerheid biedt voor bewoners. Is het college het daarmee eens?

26. Is het college het met ons eens dat dit betekent dat alle plannen die op deze planregel zijn gebaseerd kwetsbaar zijn voor rechtszaken?

27. Kan het college aangeven hoeveel plannen in de Binckhorst gebruik maken van deze planregel?

28. Welke gevolgen hebben deze twee uitspraken verder voor de plannen in de Binckhorst?

29. Wat gaat het college anders doen naar aanleiding van deze uitspraak?

30. Hoe gaat het college bewoners meer zekerheid bieden over de ontwikkelingen op de Binckhorst

Tot slot nog een aantal vragen over de reikwijdte van de gerechtelijke uitspraken:

31. Wat betekenen de uitspraken voor hoogbouw in de rest van de stad? Graag een uitgebreide toelichting.

32. Wordt deze planregel ( 7.7.2. lid B) ook in andere bestemmingsplannen gebruikt? Zo ja in welke?

33. Hoe gaat het college voorkomen dat vaker woningbouwplannen niet doorgaan waardoor woningzoekenden de klos zijn?

Fatima Faïd
Haagse Stadspartij
Robert Barker
Partij voor de Dieren

Indiendatum: 26 jul. 2022
Antwoorddatum: 27 sep. 2022

De raadsleden mevrouw Faïd en de heer Barker hebben op 26 juli 2022 een brief met daarin drieëndertig vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

De raadsleden Fatima Faïd en Robert Barker stellen de volgende vragen over de uitspraak van de rechter inzake twee bouwplannen aan het Maanplein; de gebouwen met de naam Elara en Nova. Het gaat om zaaknummer SGR 21 / 4800 CHWA V303 en SGR 21 / 5637 CHWA V303. In deze uitspraken concludeert de rechter dat de motivering van de gemeente voor de besluiten onvoldoende is en zelfs dat het rechtszekerheidsbeginsel is geschonden met een bepaling in het omgevingsplan.

1. Kent het college de twee uitspraken inzake de bouwplannen aan het Maanplein? Kan het college reflecteren op beide uitspraken?
Ja, het college kent de uitspraken inzake de bouwplannen aan het Maanplein.

Nova (bijlage I):
Bij uitspraak d.d. 19 juli 2022 inzake het complex Nova (zaaknummer SGR 21 / 4800 CHWA V303) heeft de rechtbank het bestreden besluit van 14 juli 2021 (= beslissing op bezwaar) vernietigd en het college opgedragen om binnen twaalf weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van voornoemde uitspraak. Het college zal een nieuw besluit nemen.

Elara (bijlage II):
De uitspraak d.d. 19 juli 2022 (zaaknummer SGR 21/ 5637 CHWA V303) van de rechtbank is een tussenuitspraak. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld om binnen zes weken na verzending van de tussenuitspraak van 19 juli 2022 het gebrek aan het bestreden besluit van 12 juli 2021 te herstellen. Het college heeft hiervan gebruik gemaakt.

Voor de duidelijkheid merkt het college nadrukkelijk op dat de verleende omgevingsvergunningen van 11 december 2020 (m.b.t. het complex Nova) en 3 maart 2021 (m.b.t. het complex Elara) niet zijn vernietigd door de rechtbank.

2. Is het college van plan in hoger beroep te gaan? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Nova (bijlage I):
Het college heeft hoger beroep ingediend bij de Raad van State tegen het onverbindend verklaren van de planregel 7.2.2 onder b. De uitspraak van de rechtbank is volgens het college niet in lijn met de uitspraak van de Raad van State met betrekking tot het omgevingsplan Binckhorst. Het college is van mening dat de betreffende planregel voldoet aan de vereisten ten aanzien van het opnemen van open normen uitgewerkt in beleidsregels. Het college zal daarnaast met inachtneming van de rechterlijke uitspraak een nieuw besluit nemen. Dat houdt concreet in dat het college een nieuwe beslissing op bezwaar zal nemen. Tegen het nieuwe besluit kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Vervolgens dient het college af te wachten of er beroep wordt ingesteld en wat de nieuwe uitspraak van de rechtbank zal zijn.

Elara (bijlage II):
Het college heeft overeenkomstig de rechterlijke uitspraak een nadere motivering van 'ruimtelijke
kwaliteit' aan de rechtbank toegezonden. Wij zijn nu in afwachting van de einduitspraak van de
rechtbank.

De vragen over het plan Nova en de uitspraak van de rechter:
3. De rechter heeft geoordeeld dat de onderbouwing van het plan Nova met een hoogteaccent van
73 meter niet voldoende is. Kan het college de stukken die zijn ingediend bij de behandeling van
het bezwaarschrift en het uiteindelijke oordeel op het bezwaarschrift met de raad delen? En kan
het college de bouwaanvraag en de beschikking met de raad delen?

De stukken kunnen met de raad worden gedeeld en zijn als bijlage bijgevoegd.

4. Vindt het college dat het plan Nova (73 meter hoog) wel doorgang kan vinden zonder een
aanpassing van het omgevingsplan? Wordt een aanpassing van het omgevingsplan
voorbereid? Of kiest het college voor het nemen van een nieuw besluit voor de omgevingsvergunning?

Ja, het college vindt dat het plan Nova doorgang kan vinden zonder een aanpassing van het
omgevingsplan. Het college is tegen de uitspraak van de rechtbank inzake planregel 7.2.2 onder b in hoger beroep gegaan en er wordt dus vooralsnog geen aanpassing van het omgevingsplan voorbereid. Het college zal wel uitvoering geven aan de uitspraak van de rechtbank en ondertussen een nieuw besluit nemen op het bezwaar.

5. Uit de uitspraak blijkt dat in de beschikking wordt gesteld: “De hoogtemaat van de ontwikkeling
van Maanplein 110 is in het verleden vooral aangemoedigd en aanbevolen door de afdeling
Stedenbouw van de gemeente. Schaduwwerking en vermindering van zonuren op woonblok
TP6 zijn hieraan inherent. “ Kan het college dit toelichten?

Deze punten zijn niet in de uitspraak van de rechtbank aangehaald, maar worden besproken in het
advies van de bezwaarcommissie. Daarbij overweegt de bezwaarcommissie: ‘dat in redelijkheid mag worden aangenomen dat de afdeling Stedenbouw & Planologie het plan vakkundig heeft beoordeeld en met het college afgestemd, alvorens tot vergunningverlening is overgegaan.’
De hoogte van Maanplein 110 sluit volgens het college aan op de plannen in de omgeving en past goed op de kop van de haven. De schaduwwerking en bezonning is getoetst in de vergunningprocedure.

6. Ook wordt in de aanvraag voor Nova de hoogte van 73 meter toegestaan omdat er een
saldering met andere zaken wordt toegestaan. Kan het college dit toelichten?

Volgens de regels van het omgevingsplan is het mogelijk om met 10% de bouwhoogte te overschrijden indien gesaldeerd wordt. Met salderen wordt op andere aspecten van het plan een hogere kwaliteit behaald dan vereist. Bij de aanvraag voor Nova is een salderingsvoorstel ingediend waarbij de maximale hoogte wordt gesaldeerd binnen de pijler Aantrekkelijk Woongebied en de parameter kwaliteit van de openbare ruimte. De maatregelen betreffen onder andere overkappen en inpakken van het parkeerterrein van Maanplein 128 t/m 133 en verbreden van het voetpad langs de Melkwegstraat en toevoegen van een loopverbinding tussen Maanplein en Melkwegstraat. Hiermee draagt de ontwikkeling bij aan het realiseren van ambitiewaarden waarop saldering mogelijk is en neemt de totale gebiedskwaliteit toe.

7. Vindt het college het niet vanuit de rechtszekerheid raar dat bij een maximale bouwhoogte van
30 meter en een maximaal hoogteaccent van 70 meter toch een toren van 73 meter wordt
toegestaan? Welke onderbouwing heeft het college hiervoor?

Nee, een hoogteaccent van 73 meter past binnen de regels van het omgevingsplan.

Daarnaast bleek dat het plan Nova niet voldoet aan de uitgangspunten van de nota Eyeline Skyline.
Daarover de volgende vragen:
8. Klopt het dat het plan Nova niet voldoet aan de nota Eyeline Skyline? Zo ja, op welke punten
wijkt dit project af? Wat is de reden daarvan?

Het plan betreft een sloop-nieuwbouwproject waarbij het nieuw te realiseren programma onderdeel wordt van het Maanplein ensemble en tevens nieuwe betekenis gaat geven aan het Maanplein in relatie tot de transformatieopgave van de Binckhorst.

De ordeningsprincipes van het Maanplein ensemble (hovenstructuur) leidde tot een ‘klein kavel’ in het verlengde van de Binckhaven. Op kleine kavels kan er gemotiveerd worden afgeweken van de
uitgangspunten van Eyeline Skyline (pag. 8 'De toren’ - Eyeline & Skyline). In het Maanplein ensemble worden allerlei functionaliteiten als parkeren en groen opgelost welke niet meer in de stedelijke laag van de nieuwbouw opgelost diende te worden. Samen met het versterken van de landschappelijke beëindiging van de havenarm resulteerde dit voor het te realiseren programma in een afwijking op de maximale 50% bebouwingspercentage van de stedelijke laag.

Op andere punten voldoet het plan wel aan Eyeline Skyline. Zo is in de architectuur een stedelijke laag leesbaar gemaakt door de toepassing van set backs en kent het gebouw een plint en kroon die voldoet aan de eisen van Eyeline Skyline.

9. Wat is de reden dat meer dan 50% van de stedelijke laag mocht worden bebouwd?

Zie beantwoording 8.

10. Wat is de reden dat de diagonaal van de toren niet voldoet aan de gestelde regels in de nota
Eyeline Skyline? Wat is de exacte diagonaal nu?

Zie beantwoording 8. De diagonaal is 45 meter.

11. Kan het college toelichten wanneer de gemeenteraad is geïnformeerd over deze afwijkingen?

De maximale bouwhoogte van het omgevingsplan wordt overschreden maar deze valt binnen de 10% hoogteafwijking welke is toegestaan indien gesaldeerd wordt. Afwijking binnen de 10% hoeft niet aan de raad te worden voorgelegd. Zie verder de beantwoording van vraag 8 over het
bebouwingspercentage.

De vragen over het plan Elara en de uitspraak van de rechter:
12. De rechter heeft beoordeeld dat de onderbouwing van het plan Elara (van 49,95 meter hoog)
onvoldoende is. Kan het college de stukken die zijn ingediend bij de behandeling van het
bezwaarschrift en het uiteindelijke oordeel op het bezwaarschrift met de raad delen? En kan het
college de bouwaanvraag en beschikking met de raad delen?

Ja, het college kan deze stukken delen. Deze zijn bijgevoegd.

13. Klopt het dat Elara 49,95 meter hoog wordt? In hoeverre voldoet dit gebouw aan de eisen die
voor hoogbouw zou gelden indien het toch 50 meter zou worden?

Elara is net onder de 50 meter en daarmee officieel geen hoogbouw in Den Haag. Pas vanaf 50 meter geldt het hoogbouwbeleid en de bijbehorende regels.

14. Indien het gebouw niet aan de hoogbouweisen voldoet, hoe zorgt het college dat het gebouw niet toch nog iets hoger wordt dan 50 meter?

Voor het complex Elara is een omgevingsvergunning verleend, waaraan de vergunninghouder zich
dient te conformeren. Indien vergunninghouder hoger wenst te bouwen dan de vergunde hoogte dient een wijziging op de verleende omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Indien vergunninghouder zonder toestemming hoger bouwt zal worden gehandhaafd.

Ter plekke is te zien dat er al flink aan zowel Elara en Nova wordt gebouwd.
15. Kan het college bevestigen dat de ontwikkelaar al is begonnen met bouwen van beide plannen?

Zo ja, hoever zijn deze?
Ja, beide plannen zijn begonnen met de bouw. Voor Elara is inmiddels het hoogste punt bereikt. Voor Nova zijn de wanden van de begane grond geplaatst.

16. Wat is het gevolg van de uitspraak op deze bouwactiviteiten? Worden deze door het college nu
stilgelegd?

De twee rechterlijke uitspraken d.d. 19 juli 2022 hebben nu geen directe gevolgen voor de
bouwactiviteiten van beide plannen. De vergunningen zijn niet aangetast en blijven dus bruikbaar. De ontwikkelaar heeft daarom aangegeven de bouwactiviteiten voort te zetten en het college heeft geen juridische bevoegdheid deze stil te leggen.

17. Wie draagt de kosten van de schade die voor de ontwikkelaar ontstaan door vertraging of
mogelijk zelfs niet doorgaan van het plan?

Op dit moment is er geen sprake van vertraging voor de twee projecten. Er ligt nog geen
onherroepelijke rechterlijke uitspraak. De vraag is in dit stadium dus niet aan de orde. Bij een
eventueel vernietigde omgevingsvergunning draagt in beginsel de ontwikkelaar het risico.

18. Hoe wordt omgegaan met de reserveringsruimte die deze bouwplannen gebruiken?

De reserveringsruimte is gekoppeld aan de verleende omgevingsvergunningen. Zo lang die in stand blijven zijn de woningen gereserveerd voor de twee plannen.

De rechterlijke uitspraken kunnen grote gevolgen hebben voor vele plannen op de Binckhorst.
Daarover de volgende vragen:
19. Kan het college aangeven wat zij als hoogteaccent ziet? Aan welke eisen moet een hoogteaccent voldoen?

Hoogteaccent is een relatief begrip en context afhankelijk. Eyeline Skyline zegt hierover:
Vanuit de beleving van de stad is hoogbouw een relatief begrip. Hoogteaccenten dienen de
bestaande structuur van het stedelijke weefsel te versterken en verrijken en aan te sluiten op de
bestaande ruimtelijke en functionele context. De mate waarin een gebouw als hoog wordt ervaren,
is ook afhankelijk van de gemiddelde bebouwingshoogte in de omgeving. Daardoor is het ook een
dynamisch begrip. De gemiddelde hoogte van de bebouwing kan naar verloop van tijd
veranderen, waardoor ook de perceptie of iets als ‘hoog’ wordt ervaren, mee verandert.

In het geval van deze context is er al een hoogte accent aanwezig, de Haagse Arc (63m). Tevens
zijn er in de directe omgeving (ca.250m) een aantal gebouwen hoger dan 30m: grote delen van
het KPN-ensemble (hoofdgebouw = 32m), en kantoorgebouwen langs de Regulusweg zijn op
punten 45m hoog. Het Hanzegebouw, op het andere hoekpunt van de Maanweg, kruising
Binckhorstlaan, is 35m hoog. Hiermee valt te beargumenteren dat in de huidige context bebouwing al fors hoger is dan het gemiddelde in Den Haag.

Eyeline Skyline is als overkoepelend beleidsstuk leidend voor de definitie van hoogbouw en betreft
gebouwen hoger dan 50 meter. In Eyeline Skyline staan de eisen opgenomen waaraan hoogbouw moet voldoen.

20. Vindt het college dat een toren zonder omliggende bebouwing gezien kan worden als een
hoogteaccent? Welke kaders, expertise of onderbouwing acht het college voldoende om deze
inschatting te maken?

Het idee achter het Eyeline Skyline beleid is dat een toren nooit op zichzelf staat en onderdeel
uitmaakt van zijn omgeving. Bijvoorbeeld als hoogteaccent van een stedelijk blok. Hoofdreden
hiervoor zijn de grote ruimtelijke uitdagingen voor architecten bij de ontwikkeling van een ‘stand
alone’ toren. Denk hierbij aan de organisatie van goede plattegronden in relatie tot een actieve plint en het oplossen van parkeer- en logistieke voorzieningen. Niet elk kavel biedt voldoende kansen om hiervoor met passende antwoorden te komen. Een toren zonder omliggende bebouwing kan dus worden gezien als hoogteaccent.

21. Een aspect van de uitspraken is dat bebouwing op de locaties volgens de kaders is beperkt tot 30 meter. Hoeveel van de bebouwing op die locaties ligt op of onder de 30 meter?
Dit is een onjuiste constatering. Voor het Maanplein en omgeving gelden een tweetal spelregels voor nieuwbouw (zie bijlage kaart 3 – bij beleidsregel stedenbouwkundige kwaliteit). Rond het voormalige centraal gelegen hoofdkantoor betreft dit minimaal 8 en maximaal 40 meter en een hoogteaccent tot 70. Richting de Maanweg geldt een minimale bouwhoogte van 8 meter en een maximaal tot 30 meter met een hoogteaccent tot 70 meter. De minimale en maximaal mogelijke bouwhoogte is gerelateerd aan de vormgeving van de stedelijke laag in relatie tot de bestaande bouwhoogtes in de directe omgeving.

Het huidige Maanplein ensemble kent een hoogteopbouw van 22 meter aan de Maanweg tot 34 meter richting de Saturnusstraat.

22. Indien een groot deel van de bebouwing boven de 30 meter komt, hoe kan het college dan nog
spreken over een hoogteaccent?

De mogelijkheid om hoogteaccenten vorm te geven tot 70 meter draagt, in de skyline, bij aan een groot contrast tot de bestaande bouwhoogtes. Er is dan zichtbaar sprake van nieuwe hoogteaccenten.

23. Waarom heeft het college niet gekozen om, als zij deze overschrijding van de 30 meter wenselijk vindt, een voorstel voor aanpassing van het omgevingsplan te doen via de gemeenteraad?

Volgens de regels van het omgevingsplan zijn hoogteaccenten tot 70 meter toegestaan. Het
omgevingsplan is door de raad vastgesteld. Een overschrijding van de 30 meter hoeft dus ook niet aan de raad te worden voorgelegd.

24. Gaat het college in het vervolg op de Binckhorst beter motiveren wanneer er sprake is van een
hoogteaccent en waarom deze wenselijk is?

Het college streeft altijd naar een goede ruimtelijke onderbouwing en dit zal bij nieuwe plannen in de Binckhorst ook het geval zijn.

25. De rechter heeft geoordeeld dat de zinsnede “hoogbouw dient zorgvuldig te worden ingepast
volgens het Haagse hoogbouwbeleid;” uit de planregels (7.7.2 lid b) onvoldoende
rechtszekerheid biedt voor bewoners. Is het college het daarmee eens?

Nee, het college is het daar niet mee eens en heeft besloten in beroep te gaan tegen de uitspraak.

26. Is het college het met ons eens dat dit betekent dat alle plannen die op deze planregel zijn
gebaseerd kwetsbaar zijn voor rechtszaken?

Nee, dit vormt alleen een risico voor nog niet vergunde aanvragen omgevingsvergunning voor
bebouwing hoger dan 50 meter. Omgevingsvergunningen die onherroepelijk zijn kunnen niet meer
worden aangevochten bij de bestuursrechter.

27. Kan het college aangeven hoeveel plannen in de Binckhorst gebruik maken van deze planregel?

De plannen in de Binckhorst verkeren in verschillende stadia van ontwikkeling. Er zijn zeven plannen in uitvoering of vergund die gebruik hebben gemaakt van deze planregel. Daarnaast zijn er zeven plannen in de ontwerpfase of beoordelingsfase welke gebruik maken van deze planregel.

28. Welke gevolgen hebben deze twee uitspraken verder voor de plannen in de Binckhorst?

De twee uitspraken hebben vooralsnog geen gevolgen voor de andere plannen in de Binckhorst.

29. Wat gaat het college anders doen naar aanleiding van deze uitspraak?

Het college gaat de definitie van een hoogteaccent aanscherpen in de beleidsregel Ruimtelijke
Kwaliteit, zodat voor toekomstige plannen direct helder is wat wordt verstaan onder een hoogteaccent.

30. Hoe gaat het college bewoners meer zekerheid bieden over de ontwikkelingen op de Binckhorst?

Zie antwoord 29. Daarnaast worden bewoners meegenomen bij de planontwikkelingen in de
Binckhorst conform de participatieleidraad (RIS303172).

Tot slot nog een aantal vragen over de reikwijdte van de gerechtelijke uitspraken:
31. Wat betekenen de uitspraken voor hoogbouw in de rest van de stad? Graag een uitgebreide
toelichting.

Het omgevingsplan Binckhorst is een zogenaamd bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Bij de
vaststelling van het omgevingsplan op 29 november 2018 heeft de raad ervoor gekozen om ruime
ontwikkelingsmogelijkheden in het plan op te nemen en een organische gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. In dat opzicht verschilt de planvorming in de Binckhorst van de planvorming voor andere gebieden in Den Haag. De uitspraken van de rechtbank hebben geen invloed op hoogbouw in de rest van de stad.

32. Wordt deze planregel ( 7.7.2. Lid B) ook in andere bestemmingsplannen gebruikt? Zo ja in welke?

Dit betreft een open planregel die verwijst naar een beleidsregel (in dit geval Eyeline/Skyline). Het
toepassen van open normen die verwijzen naar beleidsregels is een systematiek die enkel is toegepast in het omgevingsplan Binckhorst, aangezien dit een bestemmingsplan verbrede reikwijdte op grond van de Crisis- en herstelwet betreft (waarbij is geëxperimenteerd met instrumenten uit de omgevingswet). Deze planregel komt daarom niet in andere bestemmingsplannen voor.

33. Hoe gaat het college voorkomen dat vaker woningbouwplannen niet doorgaan waardoor
woningzoekenden de klos zijn?

Het college streeft altijd naar een zorgvuldig planproces. Dit neemt niet weg dat er bij plannen
belanghebbenden zullen zijn die het niet eens zijn met bepaalde aspecten en gebruik kunnen maken van de rechtsbeschermingsmogelijkheden.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,

Ilma Merx Jan van Zanen