Schrif­te­lijke vragen Zorg­wek­kende signalen over vogels in Waldeck


Indiendatum: 10 mei 2022

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Via bewoners van de wijk Waldeck ontving de Partij voor de Dieren het signaal dat er heel weinig nijlganzen en andere ganzen in de wijk lijken te zijn, zeker vergeleken met voorgaande jaren. Meerdere bewoners bevestigen dit: ook foto’s en video’s bevestigen dat er in voorgaande jaren veel nijlganzen en andere ganzen in de buurt liepen. Met name de vijver naast de hoek van de Mozartlaan en de Rossinilaan wordt vaak genoemd. Enerzijds zijn er mensen die aangeven de ontvoering van vogels te hebben gezien (bij de voornoemde vijver maar ook in Meer en Bos), anderzijds is er helaas ook sprake van vogelgriep, jacht op vogels vanuit de provincie en nestbeheer. Gegeven de signalen is het wat de Partij voor de Dieren betreft tijd om dit grondig te onderzoeken en te achterhalen wat er aan de hand is met de verschillende vogelsoorten.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Robin Smit, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

  1. Is het college bekend met een melding die in december 2021 bij de politie is gedaan door een bewoner die het wegvangen van nijlganzen in Waldeck zag, waarbij de nijlganzen gedood werden?
  2. Hoe gaat het college om met een dergelijk signaal? Als er zulke signalen binnenkomen, is dit bijvoorbeeld aanleiding om de wijkagent en/of de vogelbescherming of andere dierenorganisaties te informeren? Wordt er bijvoorbeeld een dossier aangelegd om zo’n incident te registreren?
  3. Heeft het college in de afgelopen 12 maanden signalen ontvangen over stroperspraktijken tegen vogels in Den Haag? Zo ja, wat zijn deze signalen?
  4. Is het college bereid om actief met bezorgde bewoners in Waldeck in gesprek te gaan en om bijvoorbeeld mensen in de wijk te vragen op te letten of zij verdachte dingen opmerken rondom het verdwijnen van vogels? Zo niet, waarom niet?
  5. Is het college bereid om via een publiekscampagne meer aandacht te vragen voor het welzijn van vogels en te zorgen dat inwoners van Den Haag weten waar ze terecht kunnen met meldingen over misstanden met vogels?
  6. Kan het college aangeven wat vanuit de gemeente Den Haag momenteel wordt gedaan qua (nijl-)ganzenbeheer in Loosduinen? Is er bijvoorbeeld sprake van het wegvangen van ganzen, van het insmeren van eieren met maïsolie of van andere maatregelen? Zo ja, waarom gebeurt dit? Door wie wordt dit beheer uitgevoerd?
  7. Kan het college aangeven of er door andere organisaties (bijvoorbeeld in opdracht van de provincie Zuid-Holland) binnen de gemeentegrenzen van Den Haag sprake is van het wegvangen of stropen van vogels of het onklaar maken van eieren van vogels? Zo ja, welke organisaties en om welke vogelsoorten gaat het?
  8. Ontvangt het college rapportages over het aantal nesten van (nijl-)ganzen in Loosduinen en de vogelpopulaties? Zo ja, kunnen deze met de raad gedeeld worden?
  9. Hoe oordeelt het college over nestbeheer nu er ook sprake is van vogelgriep? Is het college bereid om hiermee te stoppen of heel terughoudend mee te zijn?
  10. Hoe brengt het college de effecten van vogelgriep op de vogelpopulaties die tijdelijk of langdurig in Den Haag verblijven, in kaart?
  11. Is het college, gegeven de kwetsbaarheid van vogelpopulaties, bereid extra middelen vrij te maken ter ondersteuning van de vogels in Den Haag, bijvoorbeeld zodat meer opsporingsambtenaren meldingen van geweld tegen vogels in behandeling kunnen nemen?
Robin Smit
Partij voor de Dieren

Indiendatum: 10 mei 2022
Antwoorddatum: 7 jun. 2022

Het raadslid de heer Smit heeft op 10 mei 2022 een brief met daarin elf vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Via bewoners van de wijk Waldeck ontving de Partij voor de Dieren het signaal dat er heel weinig nijlganzen en andere ganzen in de wijk lijken te zijn, zeker vergeleken met voorgaande jaren. Meerdere bewoners bevestigen dit: ook foto’s en video’s bevestigen dat er in voorgaande jaren veel nijlganzen en andere ganzen in de buurt liepen. Met name de vijver naast de hoek van de Mozartlaan en de Rossinilaan wordt vaak genoemd. Enerzijds zijn er mensen die aangeven de ontvoering van vogels te hebben gezien (bij de voornoemde vijver maar ook in Meer en Bos), anderzijds is er helaas ook sprake van vogelgriep, jacht op vogels vanuit de provincie en nestbeheer. Gegeven de signalen is het wat de Partij voor de Dieren betreft tijd om dit grondig te onderzoeken en te achterhalen wat er aan de hand is met de verschillende vogelsoorten.

1. Is het college bekend met een melding die in december 2021 bij de politie is gedaan door een bewoner die het wegvangen van nijlganzen in Waldeck zag, waarbij de nijlganzen gedood werden?

Het college heeft navraag gedaan bij de Taakaccenthouders handhaving dierenwelzijn en opsporing dierenleed van de politie (“de dierenpolitie”). Zij hebben deze melding niet kunnen achterhalen.

2. Hoe gaat het college om met een dergelijk signaal? Als er zulke signalen binnenkomen, is dit bijvoorbeeld aanleiding om de wijkagent en/of de vogelbescherming of andere dierenorganisaties te informeren? Wordt er bijvoorbeeld een dossier aangelegd om zo’n incident te registreren?

Een melding die bij de politie binnenkomt wordt doorgestuurd naar de dierenpolitie en de groene boa’s die toezichthouden in het betreffende gebied. Wanneer een melding valt binnen het werkterrein van de handhavingsorganisatie van de gemeente Den Haag volgt doorgaans een onderzoek ter plekke. Zowel de politie als de gemeentelijke handhavers leggen de melding vast. De politie doet dit als een mutatie in hun administratie en bij de handhavingsorganisatie van de gemeente Den Haag middels een notitie. Bij voldoende strafbare feiten wordt dit vastgelegd in een proces-verbaal.

3. Heeft het college in de afgelopen 12 maanden signalen ontvangen over stroperspraktijken tegen vogels in Den Haag? Zo ja, wat zijn deze signalen?

Bij de handhavingsorganisatie van de gemeente Den Haag zijn de afgelopen 12 maanden geen concrete signalen binnengekomen die wijzen op stroperij. Wel komt het jaarlijks voor dat het ringen van vogels door ornithologen wordt verward met stroperijactiviteiten.

4. Is het college bereid om actief met bezorgde bewoners in Waldeck in gesprek te gaan en om bijvoorbeeld mensen in de wijk te vragen op te letten of zij verdachte dingen opmerken rondom het verdwijnen van vogels? Zo niet, waarom niet?

Gezien het ontbreken van concrete aanwijzingen voor illegale activiteiten rond het welzijn van vogels, ziet het college hier geen aanleiding toe.

5. Is het college bereid om via een publiekscampagne meer aandacht te vragen voor het welzijn van vogels en te zorgen dat inwoners van Den Haag weten waar ze terecht kunnen met meldingen over misstanden met vogels?

Zie hiervoor het antwoord op vraag 4.

6. Kan het college aangeven wat vanuit de gemeente Den Haag momenteel wordt gedaan qua (nijl-)ganzenbeheer in Loosduinen? Is er bijvoorbeeld sprake van het wegvangen van ganzen, van het insmeren van eieren met maïsolie of van andere maatregelen? Zo ja, waarom gebeurt dit? Door wie wordt dit beheer uitgevoerd?

Vanuit de gemeente Den Haag vindt er uitsluitend nestbeheer plaats doormiddel van het insmeren van eieren met maisolie. Dit is ook de vorm van nestbeheer die de dierenbescherming promoot. Dit nestbeheer wordt door het natuuronderhoud- en natuurbegrazingsbedrijf uitgevoerd dat ook de begrazing in de grote groengebieden verzorgt. Aanvullend voeren medewerkers van de Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn onder auspiciën van dit bedrijf nestbeheer uit rond sportvelden.

7. Kan het college aangeven of er door andere organisaties (bijvoorbeeld in opdracht van de provincie Zuid-Holland) binnen de gemeentegrenzen van Den Haag sprake is van het wegvangen of stropen van vogels of het onklaar maken van eieren van vogels? Zo ja, welke organisaties en om welke vogelsoorten gaat het?

De gemeente Den Haag is geen bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming en heeft derhalve geen overzicht van alle activiteiten die op dit vlak worden uitgevoerd. Bekend bij de gemeente is dat er in 2021 door de Faunabeheereenheid Zuid-Holland in opdracht van de provincie twee rosse stekelstaarten uit Clingendael zijn verwijderd en dat jaarlijks ter hoogte van de Wennetjessloot in opdracht van het Hoogheemraadschap Delfland door een ecologisch adviesbureau eieren worden geolied.

8. Ontvangt het college rapportages over het aantal nesten van (nijl-)ganzen in Loosduinen en de vogelpopulaties? Zo ja, kunnen deze met de raad gedeeld worden?

De gemeente heeft geen rapportages over het aantal ganzennesten. Wel wordt jaarlijks de ganzenpopulatie in kaart gebracht. De rapportages van de ganzentellingen van 2020 en 2021 zijn als bijlage bijgevoegd.

9. Hoe oordeelt het college over nestbeheer nu er ook sprake is van vogelgriep? Is het college bereid om hiermee te stoppen of heel terughoudend mee te zijn?

Zoals is uitgelegd in hoofdstuk 6 van de Nota Stadsnatuur (RIS305824) bereiken in steden, door de combinatie van een continu aanbod aan voedsel en de afwezigheid van predatoren, sommige soorten zoals ganzen een onnatuurlijk hoge dichtheid met forse overlast als gevolg. Door in de periode dat er sprake is van een natuurlijke oversterfte juist door te gaan met nestbeheer kan op een diervriendelijke, meer natuurlijke manier de ganzenpopulatie naar een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht. Dit scheelt uiteindelijk in het aantal toekomstige nestbehandelingen.

10. Hoe brengt het college de effecten van vogelgriep op de vogelpopulaties die tijdelijk of langdurig in Den Haag verblijven, in kaart?

Het bevorderen van diergezondheid en voorkomen van de overdracht van besmettelijke dierziekten is geregeld in de Wet dieren. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is hier het bevoegde gezag voor. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is als agentschap van dit ministerie verantwoordelijke voor de monitoring van de vogelgriep besmettingen.

11. Is het college, gegeven de kwetsbaarheid van vogelpopulaties, bereid extra middelen vrij te maken ter ondersteuning van de vogels in Den Haag, bijvoorbeeld zodat meer opsporingsambtenaren meldingen van geweld tegen vogels in behandeling kunnen nemen?

Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat het geweld tegen vogels in Den Haag dusdanige proporties aanneemt dat hier extra prioriteit aan moet worden gegeven.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen