Schrif­te­lijke vragen Turfvrije potgrond


Indiendatum: 3 mei 2022

In september 2021 gaf de minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid bij de beantwoording van schriftelijke vragen aan dat er jaarlijks bijna vijf miljoen kubieke meter turf uit Duitsland, de Baltische staten, Scandinavië, Ierland, Polen en Rusland geïmporteerd wordt. Dit wordt verwerkt in potgrond. Het gebruik van turf is desastreus voor veengebieden. Veen groeit langzaam: het duurt gemiddeld 10 jaar voordat 1 centimeter veen gevormd is. Er zijn diverse alternatieve bestanddelen om vruchtbare potgrond mee te maken: turf is niet noodzakelijk.

In het onlangs verschenen derde rapport van het klimaatpanel van de Verenigde Naties over klimaatverandering worden overheden opgeroepen om tot onmiddellijke actie over te gaan. Eén van de simpelste oplossingen die het rapport noemt is het stoppen van de degradatie van veengebieden. In veen ligt namelijk gigantisch veel CO2 opgeslagen. De degradatie van veengebieden zorgt voor maar liefst 5 procent van alle uitstoot wereldwijd.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Leonie Gerritsen, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

  1. Deelt het college het inzicht dat veengebieden en -gronden een belangrijke rol spelen in ecosystemen, voor biodiversiteit en de opslag van broeikasgassen, en dat ze mede daarom goed beschermd moeten worden? Zo nee, waarom niet?

De Engelse overheid heeft een actieplan ontwikkeld om het turfgebruik terug te dringen. In 2011 is gepoogd om dit op vrijwillige basis te laten gebeuren, wat leidde tot een afname van turfgebruik, maar dit bleek niet voldoende. Er wordt nu gekeken naar maatregelen om dit proces te versnellen.

2. Heeft het college kennis genomen van het England Peat Action Plan, en dan met name het vierde hoofdstuk waarin veengebruik in de tuinbouwsector besproken wordt?

3. Welke potgrond, tuinaarde en compost worden gebruikt door:
a) De gemeente zelf,
b) Bewoners die via de gemeente potgrond, tuinaarde en compost uitgedeeld krijgen (bijvoorbeeld voor geveltuinen of andere vergroenings acties), direct of bijvoorbeeld via Duurzaam Den Haag,
c) Opdrachtnemers van de gemeente die bijvoorbeeld de inrichting en het beheer van de openbare ruimte verzorgen?
d) En wat zijn de bestanddelen van deze potgrond, tuinaarde en compost?

4. Kan het college aangeven hoeveel potgrond de gemeente jaarlijks inkoopt?

5. Wordt er bij de gemeentelijke inkoop van potgrond, tuinaarde en compost gelet op de samenstelling en of er al dan niet turf en/of dierlijke producten (denk aan bijvoorbeeld runderbloed, eendenveren en botten van dieren) in verwerkt zijn? Zo ja, hoe wordt hiermee omgegaan? Zo niet, waarom niet?

De Tweede Kamer heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in juli 2021 per motie opgeroepen toe te werken naar volledig turfvrije potgrond voor particulieren, en om in samenwerking met de tuinbouwsector en VNG te onderzoeken hoe en op welke termijn het gebruik van turf en turfproducten in de professionele sector voor in ieder geval de sierteelt en bij gemeenten kan worden uitgefaseerd en vervangen kan worden door alternatieven.

6. Welke stappen zijn er bij de gemeente Den Haag naar aanleiding van dit doel, gesteld vanuit de Rijksoverheid, genomen?

7. Is het college bereid om Den Haag een voortrekkersrol te laten spelen bij de transitie naar turfvrije potgrond? Zo niet, waarom niet?

8. Is het college bereid zich te committeren aan een streefdatum waarop de gemeentelijke organisatie (inclusief opdrachtnemers) toezegt turfvrij te willen zijn? Zo niet, waarom niet?

9. Ziet het college in het kader van circulariteit kansen om bijvoorbeeld lokaal ingezamelde GFT en/of boombladeren lokaal te composteren en te gebruiken als basis voor potgrond, tuinaarde en/of compost hier in Den Haag? Zo ja, op welke schaal en voor welke doeleinden ziet het college kansen om dit in te zetten?

Leonie Gerritsen

Partij voor de Dieren


Indiendatum: 3 mei 2022
Antwoorddatum: 21 jul. 2022

Het raadslid mevrouw Gerritsen heeft op 3 mei 2022 een brief met daarin negen vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

In september 2021 gaf de minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid bij de beantwoording van schriftelijke vragen aan dat er jaarlijks bijna vijf miljoen kubieke meter turf uit Duitsland, de Baltische staten, Scandinavië, Ierland, Polen en Rusland geïmporteerd wordt. Dit wordt verwerkt in potgrond. Het gebruik van turf is desastreus voor veengebieden. Veen groeit langzaam: het duurt gemiddeld 10 jaar voordat 1 centimeter veen gevormd is. Er zijn diverse alternatieve bestanddelen om vruchtbare potgrond mee te maken: turf is niet noodzakelijk.

In het onlangs verschenen derde rapport van het klimaatpanel van de Verenigde Naties over klimaatverandering worden overheden opgeroepen om tot onmiddellijke actie over te gaan. Eén van de simpelste oplossingen die het rapport noemt is het stoppen van de degradatie van veengebieden. In veen ligt namelijk gigantisch veel CO2 opgeslagen. De degradatie van veengebieden zorgt voor maar liefst 5 procent van alle uitstoot wereldwijd.

1. Deelt het college het inzicht dat veengebieden en -gronden een belangrijke rol spelen in ecosystemen, voor biodiversiteit en de opslag van broeikasgassen, en dat ze mede daarom goed beschermd moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Ja.

De Engelse overheid heeft een actieplan ontwikkeld om het turfgebruik terug te dringen. In 2011 is gepoogd om dit op vrijwillige basis te laten gebeuren, wat leidde tot een afname van turfgebruik, maar dit bleek niet voldoende. Er wordt nu gekeken naar maatregelen om dit proces te versnellen.

2. Heeft het college kennis genomen van het England Peat Action Plan, en dan met name het vierde hoofdstuk waarin veengebruik in de tuinbouwsector besproken wordt?

Ja

3. Welke potgrond, tuinaarde en compost worden gebruikt door:
a) De gemeente zelf,
b) Bewoners die via de gemeente potgrond, tuinaarde en compost uitgedeeld krijgen (bijvoorbeeld voor geveltuinen of andere vergroenings acties), direct of bijvoorbeeld via Duurzaam Den Haag,
c) Opdrachtnemers van de gemeente die bijvoorbeeld de inrichting en het beheer van de openbare ruimte verzorgen?
d) En wat zijn de bestanddelen van deze potgrond, tuinaarde en compost?

Beantwoording 3a, b en d:
De gemeente heeft voor de levering van de meeste soorten grond een raambestek. In dit bestek wordt de kwaliteit van de verschillende grondmengsels beschreven (% organische stof, lutum, stabiliteit, zuurgraad, grofheid etc.) maar niet de specifieke samenstelling. De huidige mengsels bestaan uit de o.a. de volgende basismaterialen: zand, blad- en houtcompost, laagveen, klei, e.d. In het bestek wordt voorgeschreven dat in de grondmengsels volgens de RHP-RAG-Landscape kwalificatie, uitsluitend laagveen dat vrijkomt bij civieltechnische projecten, mag worden verwerkt.
Daarnaast worden voor de gemeentelijke bloembakken potgrondmengsels gekocht, afgestemd op het soort beplanting. De samenstelling van die potgrondsoorten bestaat hoofdzakelijk uit: kokos, tuinturf, veenmosveen en tuinturfvezel. De leverancier van deze potgrondsoorten is eveneens RHP
gecertificeerd.
Bij de vergroeningsactie waarbij bomen gratis door de gemeente beschikbaar worden gesteld via
Duurzaam Den Haag, wordt per boom een zak bemeste tuinaarde geleverd. Deze tuinaarde is een
organisch bodemverbeterend middel op basis van compost en veenproducten aangevuld met
natuurlijke meststoffen.

Beantwoording vraag 3c.
Opdrachtnemers die namens de gemeente inrichtings- en beheerwerkzaamheden uitvoeren dienen gebruik te maken van het bij vraag 3a genoemde raambestek.

4. Kan het college aangeven hoeveel potgrond de gemeente jaarlijks inkoopt?

De gemeente koopt jaarlijks ongeveer 150 ton potgrond voor de bloembakken.

5. Wordt er bij de gemeentelijke inkoop van potgrond, tuinaarde en compost gelet op de samenstelling en of er al dan niet turf en/of dierlijke producten (denk aan bijvoorbeeld runderbloed, eendenveren en botten van dieren) in verwerkt zijn? Zo ja, hoe wordt hiermee omgegaan? Zo niet, waarom niet?

Zie beantwoording vraag 3a. Daarnaast worden in de grondmengsels geen dierlijke producten
verwerkt.

De Tweede Kamer heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in juli 2021 per motie opgeroepen toe te werken naar volledig turfvrije potgrond voor particulieren, en om in samenwerking met de tuinbouwsector en VNG te onderzoeken hoe en op welke termijn het gebruik van turf en turfproducten in de professionele sector voor in ieder geval de sierteelt en bij gemeenten kan worden uitgefaseerd en vervangen kan worden door alternatieven.

6. Welke stappen zijn er bij de gemeente Den Haag naar aanleiding van dit doel, gesteld vanuit de Rijksoverheid, genomen?

De gemeente Den Haag volgt hierin de ontwikkeling die de Rijksoverheid inzet. Zodra alternatieven
beschikbaar zijn voor turf, zal dit ook worden opgenomen in het gemeentelijk raambestek voor
grondmengsels en voor de levering van de verschillende potgrondmengsels.

7. Is het college bereid om Den Haag een voortrekkersrol te laten spelen bij de transitie naar turfvrije potgrond? Zo niet, waarom niet?

Zie beantwoording vraag 6.

8. Is het college bereid zich te committeren aan een streefdatum waarop de gemeentelijke organisatie (inclusief opdrachtnemers) toezegt turfvrij te willen zijn? Zo niet, waarom niet?

Ja, zie beantwoording van vraag 6.

9. Ziet het college in het kader van circulariteit kansen om bijvoorbeeld lokaal ingezamelde GFT en/of boombladeren lokaal te composteren en te gebruiken als basis voor potgrond, tuinaarde en/of compost hier in Den Haag? Zo ja, op welke schaal en voor welke doeleinden ziet het college kansen om dit in te zetten?

Het college wil onderzoeken hoe we meer kansen kunnen pakken om lokaal te composteren. Het
college gaat onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om Haags bioafval te composteren voor
particulier en gemeentelijk gebruik. Op basis van de uitkomst kunnen we de schaal, doeleinden en
kosten bepalen.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

Ilma Merx Jan van Zanen