Bijdrage Haagse refe­ren­tie­normen maat­schap­pe­lijke voor­zie­ningen


Cie Ruimte

2 juni 2021

Voorzitter,

Dank aan het college voor het document over de referentienormen. Dit is hard nodig; de vraag is echter of het niet te laat komt. Rond het CID wordt gezegd dat voorzieningenkaarten worden uitgewerkt, maar ondertussen worden de Nota van Uitgangspunten al vastgesteld en hetzelfde geldt voor Zuidwest. Hoe komt dit nog goed?

Hoe zorgen we ervoor dat we niet pas gaan investeren als het al te laat is? Concreet wordt aangegeven dat de toekomstige investeringsbehoefte inzichtelijk gemaakt wordt. Wanneer gebeurt dit voor het CID? Aangegeven wordt dat hier dan ook ruimte voor wordt gemaakt, maar dat ‘huidige woningbouwprojecten hier niet afhankelijk van zijn’. Wat bedoelt het college hiermee?

Het college spreekt verder van een ‘inspanningsverplichting’, maar wat betekent dit? Als ze geen geld heeft of geen ruimte omdat alles al is uitgegeven; dan lukt het niet? Want voorzitter, tegelijkertijd geeft het college aan dat er geen geld is gereserveerd om de extra voorzieningen te verzorgen. Komt hier bij de komende begroting verandering in?

Dan de normen zelf. De wijkverenigingen hebben een mooie vergelijking gemaakt tussen de verschillende steden. Wat blijkt? Den Haag is het slechtste jongetje van de klas. Waarom? Waarom is het ambitieniveau in Den Haag lager dan in bijvoorbeeld Amsterdam? Hoe zijn überhaupt deze normen tot stand gekomen? De toelichting is hier niet te volgen.

Twee voorbeelden. In Den Haag wordt met 8 vierkante meter groen per woning gerekend, terwijl in Amsterdam het om 16 gaat. Hoe verklaart de wethouder het verschil? Het is toch gek dat een centrum-stedelijk milieu in Amsterdam 2 keer zo groen is als in Den Haag? Specifiek hanteert Amsterdam een ecologisch doel van 8 m2. Waarom neemt Den Haag ecologie niet ook zo mee?

Voorzitter, de Partij voor de Dieren vraagt zich af wat wordt gezien als groen? Is een grasveldje op het dek van een parkeerdek groen? Want daar zullen geen bomen komen en ook is de ecologische waarde zeer beperkt. Als gesproken wordt over het feit dat de gemeente de ruimte voor gebruiksgroen wil beperken “door slimme combinaties aan te gaan” dan suggereert dit weinig echte bomen en vooral veel parkeerdekken. Graag een reactie.

Daarnaast de vraag hoe het beheerbudget wordt geregeld. Zo wordt het beheer van een uitbreiding van het areaal openbaar groen niet vanzelfsprekend structureel gedekt, aldus de wethouder. Graag een reactie.

Het tweede voorbeeld zijn de scholen. Waarom zou een school in Den Haag kleiner zijn dan Amsterdam? En waarom is de behoefte in gemengd stedelijk niveau aan scholen aanzienlijk lager dan in centrum-stedelijk? Je zou het toch andersom verwachten? Voorzitter, de bepaling van de normen zijn al met al niet te volgen. En voorzitter, uiteindelijk blijkt onderaan de streep het ambitieniveau van Den Haag lager dan in Amsterdam. Wat verklaart dat? En hoe wordt überhaupt gezorgd voor nieuwe scholen voor de al in gang gezette hoogbouw?