Bijdrage Initi­a­tief­voorstel Wonen in een leefbare stad


10 mei 2023

Voorzitter,

We zitten in een klimaatcrisis en een woningcrisis. Den Haag wordt daarbij geconfronteerd met de grenzen van de leefbaarheid van de stad. Niet elke groenstrook moet worden bebouwd of geasfalteerd voor een parkeerplek. Om de stad leefbaar te houden voor iedereen kwam de Partij voor de Dieren met dit initiatiefvoorstel.

Voorzitter, we zijn teleurgesteld dat het college alle punten ontraad. Vandaar een aantal vragen aan het college.

Allereerst over de LER. Sinds 2018 staat het invoeren van de LER in de verschillende coalitieakkoorden. Ondertussen zijn we 5 jaar verder en wordt invoering nog steeds afgehouden. Zo blijft ook de evaluatie 1 jaar op de plank ondanks meerdere verzoeken uit de raad. De brief van het college hierover is ook uiterst negatief. Allemaal beren op de weg worden benoemd. Waarom? Waarom niet gewoon nu invoeren als participatie-instrument? Als we het afhankelijk van de wens van de ontwikkelaar en de ambtelijke organisatie maken dan weten we wat er gebeurt; helemaal niets. Ziet de wethouder dit niet ook?

Ten tweede zou mijn fractie graag weten waarom het college niet vast wil leggen wat de groen gevolgen zijn per plan. We merken dat we per plan die vraag moeten stellen en er vaak niet over nagedacht wordt tot het te laat is. Het college komt met argumenten dat kapvergunningen bestaan, terwijl het college deze deels wil afschaffen en nooit een bouwplan zullen tegenhouden. Ziet de wethouder niet ook dat als een bouwplan al vaststaat bomen altijd zullen verdwijnen? Verder zegt het college dat monitoren belangrijk is, maar voorzitter dit zal leiden tot de constatering dat bomen zijn gekapt en grond die al verhard is, maar niet zorgen voor een afweging in een eerder stadium. Graag een reactie van de wethouder.

Ten derde en vierde het voorstel voor vrijstelling van de parkeereis in het belang van groen, beeldkwaliteit. Ziet de wethouder niet in dat juist de parkeereis kan zorgen voor een minder leefbare stad? Waarom is de wethouder geen voorstander van een bredere belangenafweging en waarom vindt hij dat het parkeerbelang zo centraal staat? Indien in ons voorstel de parkeerplaatsten niet worden gerealiseerd dan krijgen mensen geen parkeervergunning en is het effect op de parkeerdruk beperkt. Is de wethouder het hiermee eens? In de reactie zegt het college namelijk dat de parkeerdruk toeneemt, maar dit klopt toch niet als er betaald parkeren is?

Tot slot, mijn fractie zou graag van de wethouder horen waarom hij een fundamenteel probleem ziet in het breder toepassen van de sociale 30%-norm? Nu verwijst hij naar een onderzoek naar een compensatiemechanisme, maar gaat hij niet in op het voorstel zelf. Graag alsnog een reactie. Daarbij is de kern van het voorstel juist om ook in rijke wijken sociaal te bouwen. Met een compensatiemechanisme betalen ontwikkelaars mee aan sociale woningen in Zuidwest en neemt de segregatie alleen maar toe. Ziet de wethouder niet dit risico?