Bijdrage Raads­voorstel Reken­kamer 'Meer doen met meedoen', reken­ka­mer­on­derzoek naar bewo­ners­par­ti­ci­patie in de ener­gie­tran­sitie


Commissie Leef­om­geving

15 juni 2023

Voorzitter,

Om het vertrouwen in politiek te herstellen en inwoners meer betrokken te krijgen bij de ontwikkeling van hun eigen leefomgeving is participatie een middel om die betrokkenheid te enthousiasmeren en te vergroten. De Partij voor de Dieren hoopt dat het college de aanbevelingen van de Rekenkamer ter harte neemt, zodat de participatie in onze stad beter wordt.

Het onderzoek heeft gekeken naar participatie in de energietransitie, maar participatie vindt op meerdere beleidsterreinen plaats. Denk bijv aan bouwplannen. Een van de aanbevelingen van de rekenkamer is dat binnen twee maanden nadat de raad een besluit heeft genomen een plan van aanpak naar de raad wordt gestuurd voor de opvolging van de aanbevelingen. Kan de wethouder aangeven of ze dit gaan doen? En wanneer we dat kunnen verwachten.

In 2021 ben ik aangesloten bij de eerdere raadswerkgroep participatie en democratisering. Deze werkgroep heeft een inspiratienota met een dertigtal punten eind 2021 naar het college, de gemeenteraad en het presidium gestuurd. Kan de wethouder aangeven wat tot nog toe is gebeurd met de invulling van de punten uit de inspiratienota?

In februari 2022 was een bijeenkomst georganiseerd door de bewonersorganisaties, daar zijn veel creatieve ideeën uitgewisseld. Kan de wethouder aangeven of deze bijeenkomst tot input heeft geleid voor de nieuwe participatieverordening? Is bij deze bijeenkomst bijvoorbeeld werk gemaakt van de database bewonersorganisaties? Of van de toolkit voor bewonersorganisaties?

En dan maar over die nieuwe participatieverordening te beginnen, waarom laat die zo lang op zich wachten? Wat doen we in de tussentijd met bewonersparticipatie en de implementatie van de diverse aanbevelingen? Onze fractie is ook benieuwd wat het advies van de rekenkamer is op deze vraag.

Ook stelt het college dat ‘al te strakke kaders’ niet wenselijk waren, omdat het geen ‘one-size fits all’ aanpak voor bewonersparticipatie wilde hanteren. Dit vindt onze fractie een vreemde uitspraak. Hoe reflecteert de rekenkamer op deze zin? Al te strakke kaders heeft toch niets te maken met terugkoppelen wat er met input van bewoners gedaan zou worden, of vooraf duidelijke afspraken maken met de participanten over het doel, het kader en de vorm van het participatietraject?

De rekenkamer geeft aan dat deze kaders bijvoorbeeld kunnen voortborduren op documenten over participatie voor gebieds- en planontwikkeling. Hoe kijkt het college hier tegenaan?

Ook zijn er bestaande instrumenten als Haags samenspel en de stadsmakers. Kan de wethouder daar een stand van zaken geven en wat zij de komende tijd concreet gaan doen? Hoe wordt vanuit het college hier overkoepelend aan samengewerkt?