Bijdrage Woonvisie
Ruimte
Voorzitter,
De Partij voor de Dieren is blij met enkele positieve stappen in deze woonvisie, zoals het proceskostenfonds en de vernieuwde kaders om meer in te zetten op betaalbare woningen. Uiteraard heeft mijn fractie ook zorgen, kanttekeningen en vragen. Ik loop ze langs. Ook vanwege de tijd zal ik waar mogelijk aansluiten bij eerder gestelde vragen.
Als eerste, dakloosheid. Hierbij kan mijn fractie aansluiten bij de punten die GroenLinks en de ChristenUnie/SGP maakten op dakloosheid. Dankzij de inspreker, mevrouw Klokkenburg en de heer Thepass heb vandaag meer over geleerd over convenantwoningen en sluit ik me aan bij de vraag van GroenLinks: waarom ligt onze doelstelling zo ver onder de andere G5-gemeenten en gaan we deze doelstelling ophogen?
Ook over optoppen kan de Partij voor de Dieren zich ook aansluiten bij GroenLinks, specifiek op het punt hoe je voorkomt dat de parkeernorm dit soort projecten onnodig blokkeert. Mijn fractie kan zich ook vinden in de inbreng van de VVD: eigenlijk zijn er heel concrete punten die je moet uitwerken, zoals wat je met liften doet. Gaat het college dit concreet uitwerken en wanneer komt hier een concreet plan voor?
Dan, het principe dat bij de sloop van sociale huur minstens hetzelfde aantal sociale huurwoningen terugkomt en bij verdichting ook 30% sociaal geldt. Hierbij sluiten we ons aan bij de vraag van SP en het is mij heel onduidelijk of dit principe nu wel of niet losgelaten wordt in Zuidwest, en wat hier de voorwaarden voor zijn. Kan de wethouder dit verduidelijken?
Over het beter benutten van de bestaande woningvoorraad, hierbij wordt veel doorgeschoven naar toekomstig voorraadbeleid. Mijn fractie wil alvast pleiten voor het versoepelen van de regels rondom hospitabeleid, specifiek zoals Amsterdam dat heeft gedaan.
Tegelijkertijd hechten wij grote waarde aan leefbaarheid in bestaande wijken. Een generieke versoepeling van verkameringsregels lijkt ons onwenselijk. Aansluitend bij de insteek van het CDA, zouden versoepelingen rondom verkamering gericht en omkaderd moeten zijn, passend bij de specifieke situatie van een wijk. Hoe en wanneer gaat het college dit punt verder uitwerken en bespreken met de stad en met de raad?
Tot slot twee punten naar aanleiding van de rekenkamer brief: als eerste het gebrek aan helderheid rondom welke definities wanneer worden gebruikt en dat dit het beleid moeilijk navolgbaar maakt. Denk aan het toevoegen van een woning, is dat nieuwbouw, of bestaande voorraad, en wat telt wanneer als gerealiseerde woning? Is dit planvoorraad, in aanbouw genomen of opgeleverd? Hetzelfde geldt bij definitie kwesties rondom betaalbaarheid. Herkent het college dit en gaat dit verholpen worden?
Ook stond in het raadsvoorstel dat de betaalbaarheid ambities niet alleen in percentages te definiëren, maar ook kwantitatief. Wanneer gaat het college dit uitvoeren?
Interessant voor jou
Bijdrage Programmabegroting 2025-2028
Lees verderBijdrage Parkeren en deelmobiliteit
Lees verder