Schrif­te­lijke vragen Eerbetoon aan Mien van Bree


Indiendatum: 12 apr. 2024

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Het college onderzoekt naar aanleiding van de Tour de France Femmes een muurschildering in Kijkduin (RIS318221). Dit wordt in samenspraak met The Hague Street Art gedaan. Het college spreekt voor de de muurschildering de intentie uit om de koppeling te maken met wielrenner Mien van Bree. Zij is niet alleen pionier in het vrouwenwielrennen, haar levensverhaal reikt verder dan dat.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Robin Smit, Partij voor de Dieren de volgende vragen:

Het college doet in de brief (RIS318221) een suggestie om een quote aan Mien van Bree toe te schrijven: “Het is niet zo erg als er wind is, als het maar niet waait…”.


  1. Kan het college aangeven of ze zeker zijn dat deze uitspraak van Mien van Bree komt? Zo ja, wat is de bron hiervoor?


Schrijver Wim Daniëls schrijft in zijn boek ‘De Taal van de Fiets’ deze quote toe aan de wielrenner Cor van Bokhoven.

  1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het pijnlijk zou zijn om onzorgvuldig om te gaan met het eren van Mien van Bree?

  2. Kan het college toezeggen zorgvuldig met een eventuele quote van Mien van Bree om te gaan, om te voorkomen dat Mien van Bree verkeerd geciteerd wordt?


In de brief stelt het college dat nog op zoek wordt gegaan naar een locatie voor de muurschildering.

  1. Kan het college hier een update over geven? Is er al een beoogde locatie?

  2. Vindt het college net als de Partij voor de Dieren de muren bij het bovengrondse gedeelte (de ingang) van de recent geopende ondergrondse fietsenstalling een goede locatie (zie bijlage 1)? Zo niet, waarom niet?


Krantenartikelen, boeken en scripties over Mien van Bree geven aan dat zij Nederland verliet en in België ging rijden, omdat vrouwen in de wielersport daar meer geaccepteerd werden. Daarbij wordt beschreven dat Mien lesbisch was en een relatie met een andere vrouwelijke sporter had. Ook wond Mien zich erg op over de in haar ogen verschrikkelijke behandeling van de intersekse atleet Foekje Dilemma (bronvermelding in bijlage 2, 3 en 4).

De gemeente Den Haag schrijft dit over haar queerbeleid: “Veel queerpersonen voelen zich niet veilig of geaccepteerd in Den Haag. Ze hebben vaker te maken met discriminatie en afwijzing dan mensen die niet queer zijn. De gemeente zet zich daarom in voor queeremancipatie.” Het college geeft ook aan gelijkheid in de sport als belangrijk te beschouwen.

  1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het levensverhaal van Mien van Bree veel aanknopingspunten biedt om aandacht te vragen voor gelijkheid in de sport en voor de acceptatie van queerpersonen?

  2. Is het college voornemens om bij de eerbetonen aan Mien van Bree in het kader van de Tour de France Femmes aandacht te besteden aan gelijkheid en queeremancipatie in de sport?

  3. Kan het college toezeggen dat in de beoogde muurschildering op Kijkduin ook de emancipatie boodschap uit het leven van Mien van Bree wordt meegenomen?

  4. Kan het college zich inzetten om deze schriftelijke vragen tijdig te beantwoorden, voordat er een definitieve invulling aan de muurschildering gegeven wordt?


Robin Smit
Partij voor de Dieren