Schrif­te­lijke vragen Hoe staat het met groe­ne­da­ken­sub­sidies in Haagse wijken?


Indiendatum: 4 aug. 2022

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Verreweg de meeste daken in Den Haag zijn zwart en bestaan uit materialen die zowel mens als dier weinig tot niets opleveren. Het is van belang om deze daken in te zetten voor het tegengaan van de opwarming van de stad. Dit is de reden dat er sinds 2009 een subsidieregeling is om groene daken in Den Haag te stimuleren. In eerdere jaren bleken subsidieverstrekkingen zich bovenmatig te concentreren in de rijkere wijken. 20% van de honoreringen ging in 2018 bijvoorbeeld naar projecten in het Staten- en Geuzenkwartier. Deze trend zette zich voort in 2019. Hierdoor bereiken deze subsidies juist niet de plekken waar groene daken het hardst nodig zijn.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Barker, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

Op de website van de gemeente ‘Samen aan de slag met een groen dak’, staat aangekondigd dat een aantal wijken in de stad buurtbewoners gratis begeleiding krijgen bij de aanleg van een dak dat begroeid is met planten. Het gaat om de wijken Belgisch Park, de Bomen- en Bloemenbuurt, Bezuidenhout, Loosduinen, het Valkenboskwartier en het Regentessekwartier.

  1. Waarom is voor deze actie gekozen voor specifiek deze wijken?

  2. Kan het college aangeven welke criteria gehanteerd worden bij het selecteren van de wijken?

  3. Op welke manier is er in deze wijken aandacht gevraagd voor de actie?

In het aangenomen initiatiefvoorstel Haagse daken kleuren groen (RIS305633) is besloten om dakeigenaren actief te benaderen met informatie over de groene dakensubsidie, met speciale aandacht voor wijken waar vergroening het hardst nodig is. Daarbij is besloten in een van die wijken een pilot uit te voeren waarin bewoners per brief over de regeling worden geïnformeerd.

4. Is invulling gegeven aan het besluit om dakeigenaren te benaderen met speciale aandacht voor wijken waar vergroening het hardst nodig is? In welke wijken heeft dit plaatsgevonden?

5. In welke wijk heeft een pilot plaatsgevonden waarin bewoners per brief over de subsidieregeling zijn geïnformeerd? Hoe is deze wijk gekozen?

Op de website Den Haag in cijfers worden doelgroephuishoudens als volgt gedefinieerd: “huishoudens met een inkomen tot 130% van het beleidsmatig minimum en een vermogen onder de vermogensgrens”. Volgens de meest recente cijfers zijn de acht wijken met het hoogste aantal doelgroephuishoudens: Mariahoeve en Marlot, Transvaalkwartier, Centrum, Morgenstond, Moerwijk, Bouwlust/Vredelust, Laakkwartier en Spoorwijk, Schildersbuurt.

6. Staan er vergelijkbare acties om groene daken te stimuleren op de planning voor bijvoorbeeld wijken met een groot aantal doelgroephuishoudens? Zo ja, wanneer? Zo niet, waarom niet en hoe wil het college groene daken specifiek in die wijken stimuleren?

7. Hoe verhoudt de actie zich tot de aangenomen motie Gerichte communicatie duurzaamheid (RIS310543)?

8. Welke acties voert de gemeente uit gericht op het vergroenen van daken in de meest versteende wijken? Hoe richt de gemeente zich specifiek op de inwoners van die wijken?

9. Wordt er gemonitord in welke wijken subsidies voor groene daken worden aangevraagd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen deze cijfers worden gedeeld?

Volgens de website ‘Samen aan de slag met een groen dak’ is er ook ‘plek voor een nieuwe groep’ uit een andere wijk.

10. Is er een limiet aan hoeveel mensen gebruik mogen maken van de gratis begeleiding? Zo ja, wat is die limiet en waarom is gekozen op die hoeveelheid te limiteren?

Om mee te mogen doen vanuit een andere wijk worden diverse voorwaarden gesteld. Zo moeten drie buren meedoen en moet uiteindelijk 150 m2 aan dak worden aangelegd.

11. Waarom worden deze hoge eisen gesteld voor andere wijken? Kunnen voor versteende wijken met veel doelgroephuishoudens niet lagere eisen worden gesteld?

12. Op welke manier is er in andere wijken aandacht gevraagd voor de actie?

13. Hoeveel buren van andere wijken hebben zich al aangemeld?

14. Waarom kiest het college voor een norm van 150 m2? Hoe realistisch is het dat een drietal buren in armere wijken aan deze norm kunnen voldoen?

15. Is het college bereid om de voorwaarden aan te passen en actief in versteende arme wijken in te zetten om meer groene daken?


Robert Barker
Partij voor de Dieren



Indiendatum: 4 aug. 2022
Antwoorddatum: 13 sep. 2022

Het raadslid de heer Barker heeft op 4 augustus 2022 een brief met daarin vijftien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Verreweg de meeste daken in Den Haag zijn zwart en bestaan uit materialen die zowel mens als dier weinig tot niets opleveren. Het is van belang om deze daken in te zetten voor het tegengaan van de opwarming van de stad. Dit is de reden dat er sinds 2009 een subsidieregeling is om groene daken in Den Haag te stimuleren. In eerdere jaren bleken subsidieverstrekkingen zich bovenmatig te concentreren in de rijkere wijken. 20% van de honoreringen ging in 2018 bijvoorbeeld naar projecten in het Staten- en Geuzenkwartier. Deze trend zette zich voort in 2019. Hierdoor bereiken deze subsidies juist niet de plekken waar groene daken het hardst nodig zijn.

Op de website van de gemeente ‘Samen aan de slag met een groen dak’, staat aangekondigd dat een aantal wijken in de stad buurtbewoners gratis begeleiding krijgt bij de aanleg van een dak dat begroeid is met planten. Het gaat om de wijken Belgisch Park, de Bomen- en Bloemenbuurt, Bezuidenhout, Loosduinen, het Valkenboskwartier en het Regentessekwartier.

1. Waarom is voor deze actie gekozen voor specifiek deze wijken?

Voor de doelgroep particuliere huiseigenaren is dit jaar is er voor het eerst gekozen voor een structurele wijkactie in de vorm van ‘Samen aan de slag met een groen dak’. Het aanpakken van hitteen waterstress in de stad, maar ook het vergroten van de biodiversiteit zijn doelstellingen die vooral behaald worden wanneer er grotere, aaneengesloten eilanden aan groene daken ontstaan. Bij deze wijkaanpakken is specifiek gekozen om naast de subsidies die voor iedereen beschikbaar zijn, in te zetten op plekken waar grote min of meer aaneengesloten stukken groen op de daken kunnen ontstaan.

De wijken zijn gekozen op basis van een combinatie van drie criteria:
1. Daar waar energie te vinden is voor de collectieve aanleg van groene daken: wijken waar mensen (ambassadeurs) opstaan om energie te steken in het enthousiasmeren van hun buren.
2. Daar waar groene daken gezien de klimaatontwikkelingen nodig zijn: wijken die op basis van de Klimaatatlas worden aangemerkt als stressgebieden.
3. Daar waar de aanleg van groene daken technisch gezien efficiënt is: wijken waar (grotere) platte daken voorkomen.

2. Kan het college aangeven welke criteria gehanteerd worden bij het selecteren van de wijken?
Zie antwoord op de vorige vraag.

3. Op welke manier is er in deze wijken aandacht gevraagd voor de actie?
Om zoveel mogelijk mensen aan te laten sluiten op de wijkacties, is gebruikt gemaakt van verschillende communicatiestrategieën:
- Gebruikelijke gemeentelijke kanalen: stadsbrede aankondigingen, wijkgerichte sociale media
campagnes.
- Lokale netwerken: Rooftop Revolution en Green2Live (de uitvoerende partners) hebben in de
wijken uitgebreid contact gezocht met wijk/buurtverenigingen, energiecoöperaties,
ondernemers, sportclubs, etc.
- De wijk in: beide organisaties zijn op verschillende de momenten de wijk in gegaan en hebben
deur aan deur geflyerd en zijn met mensen in gesprek gegaan.
- Actiedagen: beide organisaties hebben zowel online als fysiek informatie bijeenkomsten
georganiseerd op sportclubs, tuincentra, op straat, etc.

In het aangenomen initiatiefvoorstel Haagse daken kleuren groen (RIS305633) is besloten om
dakeigenaren actief te benaderen met informatie over de groenedakensubsidie, met speciale
aandacht voor wijken waar vergroening het hardst nodig is. Daarbij is besloten in een van die
wijken een pilot uit te voeren waarin bewoners per brief over de regeling worden geïnformeerd.

4. Is invulling gegeven aan het besluit om dakeigenaren te benaderen met speciale aandacht voor
wijken waar vergroening het hardst nodig is? In welke wijken heeft dit plaatsgevonden?

In de antwoorden op voorgaande vragen staat genoemd hoe hier invulling aan is gegeven. Voor een brief is nadrukkelijk niet gekozen, omdat is gebleken dat daarmee slechts een kleine groep tot actie over gaat.

5. In welke wijk heeft een pilot plaatsgevonden waarin bewoners per brief over de
subsidieregeling zijn geïnformeerd? Hoe is deze wijk gekozen?

Er is geen brief gestuurd om enkel over de subsidieregeling te informeren, maar er is gekozen voor een intensievere aanpak. Dit is gebeurd in de wijken Belgisch Park, de Bomen- en Bloemenbuurt,
Bezuidenhout, Loosduinen, het Valkenboskwartier en het Regentessekwartier. Hier is gekozen voor
een intensiever traject waar naast het wijzen op het subsidieaanbod, ook begeleiding en verdere
informatie beschikbaar wordt gesteld.

Op de website Den Haag in cijfers worden doelgroephuishoudens als volgt gedefinieerd:
“huishoudens met een inkomen tot 130% van het beleidsmatig minimum en een vermogen onder de vermogensgrens”. Volgens de meest recente cijfers zijn de acht wijken met het hoogste aantal
doelgroephuishoudens: Mariahoeve en Marlot, Transvaalkwartier, Centrum, Morgenstond,
Moerwijk, Bouwlust/Vredelust, Laakkwartier en Spoorwijk, Schildersbuurt.

6. Staan er vergelijkbare acties om groene daken te stimuleren op de planning voor bijvoorbeeld
wijken met een groot aantal doelgroephuishoudens? Zo ja, wanneer? Zo niet, waarom niet en
hoe wil het college groene daken specifiek in die wijken stimuleren?

De aanwezigheid van doelgroephuishoudens zijn op zichzelf niet een criterium binnen de huidige
acties. De huidige criteria staan bij het antwoord op vraag 1 genoemd. Afgelopen jaar is gekozen om eerst te focussen op wijken waar de bereidheid tot investeren groot was. De lessen die we hieruit trekken gebruiken we om een effectieve aanpak op te zetten in wijken waar de noodzaak aanwezig is, maar de bereidheid tot investeren beperkt is.

Hierbij moet worden opgemerkt dat voor vergroening in wijken met deze doelgroepen het gebruik van particuliere daken een uitdaging is. Woningeigenaren richten zich in deze wijken vaak eerder op het besparen van energie.
Een voorbeeld hiervan is de Stationsbuurt. Deze wijk was oorspronkelijk opgenomen in de pilot, maar als gevolg van een tekort aan geschikte dagen en gebrek aan enthousiasme is deze wijk afgevallen. Daarnaast is besluitvorming complex omdat het aanbod aan woningen divers is (koop, sociale huur en particuliere huurwoningen). Vergroening in deze wijken is effectiever en efficiënter te realiseren in de openbare ruimte of op grotere niet-particuliere daken.

7. Hoe verhoudt de actie zich tot de aangenomen motie Gerichte communicatie duurzaamheid
(RIS310543)?

In de afdoening van de motie Gerichte communicatie duurzaamheid is aangegeven dat zowel de
noodzaak tot woningverbetering als de bereidheid en potentie van de inwoners mee te nemen in de communicatie. Deze methodiek is nadrukkelijk toegepast in de afwegingen die er binnen ‘Samen aan de slag met een groen dak’ zijn gemaakt.

8. Welke acties voert de gemeente uit gericht op het vergroenen van daken in de meest versteende wijken? Hoe richt de gemeente zich specifiek op de inwoners van die wijken?

Zie ook het antwoord op vraag 5, in de geselecteerde versteende wijken biedt de gemeente extra
informatie en biedt het begeleiding bij de uitvoering.

9. Wordt er gemonitord in welke wijken subsidies voor groene daken worden aangevraagd? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, kunnen deze cijfers worden gedeeld?
Deze worden gemonitord. Ook in de voortgangsbrief is een spreidingsdiagram te vinden (RIS311965). Over 2021 zag de verdeling van de aanvragen groene daken subsidie over de wijken er als volgt uit: (grafiek staat op pagina 3)

Volgens de website ‘Samen aan de slag met een groen dak’ is er ook ‘plek voor een nieuwe groep’ uit een andere wijk.

10. Is er een limiet aan hoeveel mensen gebruik mogen maken van de gratis begeleiding? Zo ja, wat is die limiet en waarom is gekozen op die hoeveelheid te limiteren?

Nee, er is geen limiet. Om het collectieve karakter van de wijkacties te waarborgen is er wel een
minimum. Zie ook antwoord op vraag 1; de biodiversiteit in de stad, maar ook de aanpak van hitte- of waterstressgebieden hebben er baat bij als er grotere, aaneengesloten eilanden aan groene daken ontstaan. Het collectieve karakter van de wijkacties is daarom een belangrijk onderdeel van de strategie. Met de subsidie stimuleren we losse groene daken, met de investering in de wijkacties stimuleren we aaneengesloten stukken groen op daken.

Daarbij speelt ook de grootte van de deelnemende daken mee; grotere bedrijfs- of maatschappelijke daken voegen meer toe dan 10 losse schuurtjes. We hebben daarom ook in deze actie geprobeerd grotere daken mee te nemen. Grote daken van bijvoorbeeld bedrijven, maatschappelijke instellingen zullen volgend jaar ook via eigen hulpaanbod en campagnes worden aangezet tot het vergroenen van hun dak.

Om mee te mogen doen vanuit een andere wijk worden diverse voorwaarden gesteld. Zo moeten drie buren meedoen en moet uiteindelijk 150 m2 aan dak worden aangelegd.

11. Waarom worden deze hoge eisen gesteld voor andere wijken? Kunnen voor versteende wijken
met veel doelgroephuishoudens niet lagere eisen worden gesteld?

Het naar beneden brengen van deze eisen past niet binnen de gekozen strategie, dit gaat ten koste van het collectieve karakter en daardoor het gewenste resultaat van meer aaneengesloten groen op dak (zie ook antwoord op vraag 10). Voor de toekomst kijkt het college naar aanvullende strategieën in wijken waar de kans op collectieve actie laag is.

12. Op welke manier is er in andere wijken aandacht gevraagd voor de actie?

De doelen van de wijkacties zijn tweeledig:
• Meer groene daken in de 6 gekozen wijken.
• Inspiratie voor pandeigenaren in andere wijken.
Wat betreft het tweede punt: vanaf september communiceert het college op verschillende manieren stadsbreed over de resultaten. Het doel is om ook in de andere wijken te inspireren en om de subsidie op deze manier onder de aandacht te brengen.

13. Hoeveel buren van andere wijken hebben zich al aangemeld?

Er zijn mensen geïnteresseerd uit andere wijken, dit gaat om een tiental personen die potentieel
ambassadeurs kunnen worden in deze wijken in de toekomst.

14. Waarom kiest het college voor een norm van 150 m2? Hoe realistisch is het dat een drietal
buren in armere wijken aan deze norm kunnen voldoen?
Zie onder andere antwoord op vraag 10. Mensen die niet aan deze norm kunnen voldoen, kunnen
alsnog zelf een groen dak aanleggen. De investering in de wijkacties hebben alleen effect als er grotere hoeveelheden aaneengesloten groen dak ontstaan. Wijkacties zijn wellicht niet altijd de beste methodiek in armere wijken waar de noodzaak wel hoog is. Voor deze wijken kan met de lessen van de huidige aanpak een alternatieve strategie worden bedacht. Subsidie, dakcoaches en online informatie is in alle gevallen individueel voor iedereen beschikbaar die met een groen dak aan de slag wilt.

15. Is het college bereid om de voorwaarden aan te passen en actief in versteende arme wijken in te zetten om meer groene daken?

Het college acht de huidige aanpak van de wijkaanpakken succesvol. Dit zal vooral gedaan worden in wijken waar veel grondgebonden woningen met geschikte daken te vinden zijn, waar er grote
aaneengesloten stukken plat dak te vinden is en waar inwoners zelf mee kunnen en willen investeren. In arme wijken is het college bereid toe te werken naar een geschikte alternatieve methodiek voor wijken waar een collectieve aanpak een uitdaging is, maar waar noodzaak tot meer groen groot is. Hierbij zal de aandacht eerder liggen op daken van instellingen en het MKB en vergroening van daken in de openbare ruimtes.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,

Ilma Merx Jan van Zanen