Schrif­te­lijke vragen Kom op met dat Uilenbos!


Indiendatum: 27 mrt. 2023

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op 17 oktober 2019 is de motie van de Partij voor de Dieren en D66 aangenomen om het natuurgebied bij Meijendel uit te breiden (RIS 303772). Vervolgens is door het college aangedrongen op het versterken en uitbreiden van de natuur in het gebied genaamd Uilenbos. Ondertussen zijn we jaren verder en werd in de brief over de stand van zaken stikstof (RIS314075) op 16 januari 2023 aangegeven dat de gemeente conform de motie een onderzoek heeft uitgezet op welke wijze Meijendel kan worden versterkt door een deels andere inrichting van dit gebied. Daarbij werd gezegd dat realisatie niet voor 2024 te verwachten is.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Robert Barker, Partij voor de Dieren, en Dennis Groenewold, D66, de volgende vragen:

  1. Al sinds 2020 (RIS305865) zet de gemeente in op natuurherstel door uitbreiding van de Natura 2000-gebieden. Wat is de reden dat nog geen één van de locaties heeft geleid tot extra ruimte voor de natuur?
  2. Kan het college aangeven waarom realisatie van de natuuruitbreiding bij het Uilenbos niet voor 2024 te verwachten valt? Wat is de hoofdreden dat dit project al jaren geen voortgang boekt?
  3. Kan het college bevestigen dat de Rijksoverheid bereid om mee te werken aan de realisatie van de toevoeging (van een deel van dit gebied) aan de natuur? Zo niet, kan documentatie waaruit de opvatting van de Rijksoverheid blijkt, gedeeld worden met de raad?

Per brief van 3 februari 2022 (RIS311285) over stikstof werd aangegeven dat het Rijk verkoop van een deel van de gronden (5 à 7 ha) in Uilenbos overweegt. Er staat “Indachtig de Motie ‘Natuurgebied uitbreiden over de Gebiedsvisie Internationale Zone’ (RIS 303772) overlegt de gemeente met het Rijksvastgoedbedrijf of overdracht van het terrein mogelijk is, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van de sportverenigingen die momenteel gebruik maken van het terrein en hoe en in welke mate het natuurgebied Meijendel kan worden versterkt door een deels andere inrichting.”

In de brief van een jaar later (16 januari 2023, RIS314075) staat vervolgens ‘De gemeente heeft indachtig de Motie ‘Natuurgebied uitbreiden over de Gebiedsvisie Internationale Zone ’(RIS303772) een onderzoek uitgezet op welke wijze Meijendel kan worden versterkt door een deels andere inrichting van dit gebied, waarbij dit niet ten koste zal gaan van de sportfunctie in het gebied.’

4. Kan het onderzoek of de onderzoeken die sinds de aangenomen motie zijn verricht worden gedeeld?

5. Zijn verschillende alternatieve scenario’s onderzocht, bijvoorbeeld scenario’s met meer en minder sport en meer of minder natuur?

6. Kan het college aangeven waarom de belangen van de sportverenigingen en de sportfunctie zo centraal staan in de stikstofbrief? Hoe verhoudt dit zich tot het eerdere voornemen in de gebiedsvisie om dit stuk te bebouwen en de sportverenigingen te herhuisvesten?

7. Klopt het dat de vertraging in het versterken van de natuur in dit gebied grotendeels ligt bij het feit dat de gemeente de sportfunctie in het geheel hier wil houden?

8. Gegeven de relatief lage bezetting van deze sportaccommodatie en de nabijheid van de natuur, is het college bereid om hier de natuur voorrang te verlenen en te kijken of er mogelijkheden zijn voor minder ruimte voor sport op deze plek?

9. Wanneer verwacht het college een besluit te kunnen nemen over het (deels) toevoegen van het voormalige Defensiegebied aan de natuur?

10. Hoeveel van de genoemde 5 à 7 ha wil het college echt de bestemming natuur geven?

Het gebied dat omgevormd zou kunnen worden naar natuur is nu al Natuurnetwerk Nederland gebied. Indien echter de huidige sportverenigingen allemaal op deze locatie blijven zal de toevoeging van natuur waarschijnlijk versnipperd zijn. Dunea heeft eerder aangegeven bereid te zijn om het terrein te kopen, beheren en om te vormen tot natuur in overleg met de gemeente Den Haag

11. Klopt het dat het college niet inzet op het omvormen van een deel van de sportterreinen naar natuur? Zo ja, waarom?

12. Waarom zet het college niet in op de koop van het terrein door de gemeente of door Dunea?

13. Klopt het dat het college nu stuurt op huurovereenkomsten tussen de sportverenigingen met het Rijksvastgoedbedrijf waarbij het uitgangspunt de huidige sportfuncties zijn? Waarom?

14. Kan het college aangeven hoe - als er geen terreinen worden teruggegeven aan de natuur - er dan natuur bijkomt wat echt zorgt voor natuurversterking?

Robert Barker
Partij voor de Dieren
Dennis Groenewold
D66


Indiendatum: 27 mrt. 2023
Antwoorddatum: 23 mei 2023

De raadsleden de heren Barker en Groenewold hebben op 27 maart 2023 een brief met daarin 14 vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Op 17 oktober 2019 is de motie van de Partij voor de Dieren en D66 aangenomen om het natuurgebied bij Meijendel uit te breiden (RIS 303772). Vervolgens is door het college aangedrongen op het versterken en uitbreiden van de natuur in het gebied genaamd Uilenbos. Ondertussen zijn we jaren verder en werd in de brief over de stand van zaken stikstof (RIS314075) op 16 januari 2023 aangegeven dat de gemeente conform de motie een onderzoek heeft uitgezet op welke wijze Meijendel kan worden versterkt door een deels andere inrichting van dit gebied. Daarbij werd gezegd dat realisatie niet voor 2024 te verwachten is.

1. Al sinds 2020 (RIS305865) zet de gemeente in op natuurherstel door uitbreiding van de Natura 2000-gebieden. Wat is de reden dat nog geen één van de locaties heeft geleid tot extra ruimte voor de natuur?
Daar zijn meerdere redenen voor. In het geval van Uilenbos is het terrein geen gemeentelijk eigendom en dient er rekening gehouden te worden met bestaande gebruikers. Bovendien is in de tussentijd het terrein van eigenaar veranderd en is in de overdracht veel tijd en energie gaan zitten (om te zorgen dat de overdracht niet ten koste zou gaan van de ruimte voor sport en natuurontwikkeling). Daarbij speelt ook een dure en technisch complexe bodemsanering op een deel van het terrein.

2. Kan het college aangeven waarom realisatie van de natuuruitbreiding bij het Uilenbos niet voor 2024 te verwachten valt? Wat is de hoofdreden dat dit project al jaren geen voortgang boekt?
Natuuruitbreiding voor het Uilenbos vergt een zorgvuldige voorbereiding. In de eerste plaats dient vastgesteld te worden of de natuuruitbreiding mogelijk is, vervolgens is overeenstemming tussen meerdere actoren vereist en tenslotte vergt het een procedure van meerder jaren om de uitbreiding juridisch te borgen. Het college heeft een onderzoeksbureau aangetrokken om de fysieke en juridische mogelijkheden van natuurcompensatie in beeld te brengen. Dat onderzoek duurt naar verwachting een jaar. De onderzoeksopzet is als bijlage aan deze beantwoording toegevoegd.

Ondertussen zijn er verschillende stappen gezet; er is gewerkt aan de eigendomsoverdracht, de bodemsanering alsmede overleg met het bevoegd gezag (de Provincie Zuid-Holland) en met de gebruikers. De voortgang van dit project is afhankelijk van het samenspel van meerdere actoren die hun weg moeten vinden in technisch en juridisch complexe materie.

3. Kan het college bevestigen dat de Rijksoverheid bereid is om mee te werken aan de realisatie
van de toevoeging (van een deel van dit gebied) aan de natuur? Zo niet, kan documentatie
waaruit de opvatting van de Rijksoverheid blijkt, gedeeld worden met de raad?

Ja. Het college kan bevestigen dat de eigenaar van het perceel, het Rijksvastgoedbedrijf, een positieve grondhouding heeft ten aanzien van het toevoegen van natuur en actief betrokken is bij het onderzoek.

Per brief van 3 februari 2022 (RIS311285) over stikstof werd aangegeven dat het Rijk verkoop van
een deel van de gronden (5 à 7 ha) in Uilenbos overweegt. Er staat “Indachtig de Motie
‘Natuurgebied uitbreiden over de Gebiedsvisie Internationale Zone’ (RIS 303772) overlegt de
gemeente met het Rijksvastgoedbedrijf of overdracht van het terrein mogelijk is, waarbij rekening
wordt gehouden met de belangen van de sportverenigingen die momenteel gebruikmaken van het
terrein en hoe en in welke mate het natuurgebied Meijendel kan worden versterkt door een deels
andere inrichting.”

In de brief van een jaar later (16 januari 2023, RIS314075) staat vervolgens ‘De gemeente heeft
indachtig de Motie ‘Natuurgebied uitbreiden over de Gebiedsvisie Internationale Zone’ (RIS303772) een onderzoek uitgezet op welke wijze Meijendel kan worden versterkt door een deels andere inrichting van dit gebied, waarbij dit niet ten koste zal gaan van de sportfunctie in het gebied.’

4. Kan het onderzoek of de onderzoeken die sinds de aangenomen motie zijn verricht worden
gedeeld?

Momenteel kan er geen onderzoeksrapport gedeeld worden. Zoals vermeld bij de beantwoording van vraag 2 wordt de uitslag van het lopende onderzoek over een jaar verwacht. In de bijlage treft u de opzet van dat onderzoek aan.

5. Zijn verschillende alternatieve scenario’s onderzocht, bijvoorbeeld scenario’s met meer en
minder sport en meer of minder natuur?

In het lopende onderzoek zijn op voorhand geen alternatieve scenario’s aan de orde. Het college wil eerst duidelijkheid hebben over de fysieke en juridische mogelijkheden die Uilenbos biedt.

6. Kan het college aangeven waarom de belangen van de sportverenigingen en de sportfunctie zo
centraal staan in de stikstofbrief? Hoe verhoudt dit zich tot het eerdere voornemen in de
gebiedsvisie om dit stuk te bebouwen en de sportverenigingen te herhuisvesten?

Het Uilenbos vervult meerdere maatschappelijke functies: natuur en voor sport. Beiden zijn van
belang voor de Haagse samenleving. Daarom zet het college in op een combinatie van sport en natuur.

7. Klopt het dat de vertraging in het versterken van de natuur in dit gebied grotendeels ligt bij het
feit dat de gemeente de sportfunctie in het geheel hier wil houden?

Nee, dat klopt niet. Zoals bij de beantwoording van vraag 1 is vermeld zijn er meerdere redenen dat het versterken van natuur veel tijd vergt. Dat de verantwoordelijkheden bij verschillende partijen ligt maakt de opgave complex.

8. Gegeven de relatief lage bezetting van deze sportaccommodatie en de nabijheid van de natuur,
is het college bereid om hier de natuur voorrang te verlenen en te kijken of er mogelijkheden zijn
voor minder ruimte voor sport op deze plek?

Nee. Het college wil eerst het onderzoek afronden naar de fysieke en juridische mogelijkheden om
extra natuur te realiseren. Daarna gaat de gemeente met de huidige eigenaar in gesprek over het
combineren van natuur en sport op deze locatie. Ook het bevoegd gezag en de bestaande gebruikers zullen een rol spelen bij het uitwerken van de mogelijkheden. Dit vergt een zorgvuldig proces, omdat meerdere partijen met elkaar tot overeenstemming moeten komen.

9. Wanneer verwacht het college een besluit te kunnen nemen over het (deels) toevoegen van het
voormalige Defensiegebied aan de natuur?

Daar kan het college niet eenzijdig over beslissen. De realisatie van extra natuur vergt inzet van
meerdere partijen. Een voorzichtige inschatting is dat na het afronden van het lopende onderzoek nog een termijn van drie jaar gemoeid zal zijn met de procedure om de extra natuur de status van Natura 2000 te geven. Het college heeft goede hoop dat bij veldwerkzaamheden voor extra natuur tijdwinst geboekt kan worden door werk met werk te maken bij het uitvoeren van de bodemsanering.

10. Hoeveel van de genoemde 5 à 7 ha wil het college echt de bestemming natuur geven?

Het college wacht het lopende onderzoek af om hier antwoord op te kunnen geven. Zonder de
resultaten dit onderzoek is het kwantificeren van de ambitie om extra natuur te realiseren speculatie.

Het gebied dat omgevormd zou kunnen worden naar natuur is nu al Natuurnetwerk Nederland
gebied. Indien echter de huidige sportverenigingen allemaal op deze locatie blijven zal de toevoeging van natuur waarschijnlijk versnipperd zijn. Dunea heeft eerder aangegeven bereid te zijn om het terrein te kopen, beheren en om te vormen tot natuur in overleg met de gemeente Den Haag.

11. Klopt het dat het college niet inzet op het omvormen van een deel van de sportterreinen naar
natuur? Zo ja, waarom?

Ja. Ruimte in Den Haag is schaars, ook voor sportvoorzieningen. Rekening houdend met de groei van het aantal inwoners van Den Haag de komende jaren dient - op basis van de vastgestelde
referentienormen - ook meer sportruimte te worden ontwikkeld. Zie ook de beantwoording van de
vragen 8 en 10.

12. Waarom zet het college niet in op de koop van het terrein door de gemeente of door Dunea?

Dat is momenteel niet opportuun. Indien het terrein verkocht zou worden moet de zogenaamde
allocatieprocedure gevolgd te worden. Die komt er kort gezegd op neer dat het terrein eerst aan
Rijkspartijen aangeboden dient te worden. Pas als die geen interesse hebben of als men niet tot
overeenstemming kan komen, gaat het perceel in de openbare verkoop gaat. De huidige eigenaar heeft aangegeven dat dat niet op korte termijn te verwachten is.

13. Klopt het dat het college nu stuurt op huurovereenkomsten tussen de sportverenigingen met het Rijksvastgoedbedrijf waarbij het uitgangspunt de huidige sportfuncties zijn? Zo ja, waarom?

Nee, dat klopt niet. Het college stuurt niet op de huurovereenkomsten. Overeenkomsten tussen de
eigenaar en de gebruikers van Uilenbos – huur of anderszins - zijn geen aangelegenheid van de
gemeente. Wel is er overleg met de eigenaar om te voorkomen dat te sluiten overeenkomsten de
realisatie van extra natuur zouden belemmeren.

14. Kan het college aangeven hoe - als er geen terreinen worden teruggegeven aan de natuur - er
dan natuur bijkomt wat echt zorgt voor natuurversterking?

Natuurversterking kan op meerdere manieren gerealiseerd worden. Uitbreiding van het natuurareaal is daar één van. Het is ook mogelijk om natuur te versterken door de kwaliteit van lucht, bodem en water te verbeteren, invasieve soorten te bestrijden, gebieden toegankelijker en geschikter te maken voor doelsoorten en door het beheer en gebruik te optimaliseren.

Het college van burgemeester en wethouders,
de locosecretaris, de burgemeester,

René van Kuilenburg Jan van Zanen