Schrif­te­lijke Vragen Toekomst Rotterdam The Hague Airport


Indiendatum: sep. 2019

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Onlangs is in Rotterdam een motie aangenomen over de toekomst van Rotterdam The Hague Airport (RTHA). Daarin overweegt de Rotterdamse Raad dat er geen ruimte is voor groei van RTHA. Ook in het nieuwe coalitieakkoord[1]van Zuid Holland is afgesproken de maximale geluidsruimte voor Rotterdam The Hague Airport is bereikt en nachtvluchten bovendien terug te dringen en voor alle vluchten in Zuid Holland overlast zo veel mogelijk te beperken. Natuur & Milieu rapporteerde verder onlangs dat de klimaatimpact van de Nederlandse luchtvaartsector verdubbelt de komende dertig jaar, tenzij de overheid nu ingrijpt. Innovatie in de sector, zoals elektrisch vliegen en zuinige motoren, biedt onvoldoende soelaas om de klimaatdoelen van Parijs te halen.[2]

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden de heren Barker, Partij voor de Dieren, De Vuyst, GroenLinks, Partiman, CDA, Balster, PvdA, Grinwis, CU/SGP, Wijsmuller, HSP, Çetinkaya, ID en Hojinck van Papendrecht, 50Plus, en mevrouw Arp, SP, en Van Doorn, D66, de volgende vragen:

  1. Is het college het met de Rotterdamse gemeenteraad en provincie Zuid Holland eens dat overlast van het vliegverkeer de afgelopen jaren flink is toegenomen en dat de overlast al lang niet meer beperkt is tot het gebied van direct omwonenden?

Tot en met november van 2018 zijn er 37.000 klachten ingediend over geluidshinder door vliegverkeer; liefst tweemaal zoveel als in 2017.

  1. Is het college het met indieners eens dat dit een bijzonder ongewenste ontwikkeling is? Zo nee, waarom niet?
  2. Is het college het met de Rotterdamse raad en provincie Zuid Holland eens dat groei van de luchthaven Rotterdam The Hague Airport onwenselijk is? Zo nee, waarom niet?
  3. Is het college verder van mening dat groei van de luchtvaart niet past bij zowel de landelijke als de Haagse CO2-doelstellingen? Zo nee, waarom niet?
  4. Deelt het college de mening van de tien partijen dat een inzet op groei (van de geluidsruimte) bovendien niet meer haalbaar is, nu zowel Rotterdam als de provincie hier nu expliciet tegen zijn? Zo nee, waarom niet?

De Bestuurlijke Regiogroep Rotterdam The Hague Airport (BBR) concludeerde[3]na onderzoek dat het uitplaatsingen van maatschappelijk vliegverkeer in Zuid Holland niet mogelijk is.

  1. Is het college bekend met het onderzoek en de conclusies van de BRR?
  2. Is het college bereid om net als gemeente Rotterdam in regionale en nationale overleggen het standpunt in te nemen dat uitplaatsingen van het maatschappelijk vliegverkeer in RTHA onwenselijk is? Zo nee, waarom niet?
  3. Is het college bereid om net als gemeente Rotterdam en provincie Zuid Holland in regionale en nationale overleggen het standpunt in te nemen dat uitbreiding van de geluidsruimte van RTHA onwenselijk is?
  4. Is het college bereid om net als gemeente Rotterdam bij een eventueel nieuw luchthavenbesluit ervoor te pleiten ook een krimpscenario in de benodigde MKBA op te nemen? Zo nee, waarom niet?
  5. Is het college net als gemeente Rotterdam bereid om bij het Rijk te pleiten voor striktere handhaving wanneer geluidsnormen worden overschreden?



Robert Barker
Partij voor de Dieren
Maarten De Vuyst
GroenLinks

Pieter Grinwis
CU/SGP

Kavish Partiman
CDA

Martijn Balster
PvdA

Joris Wijsmuller
HSP

Lesley Arp
SP

Tahsin Çetinkaya
ID

Frans Hojinck van Papendrecht
50Plus

Marieke van Doorn
D66

[1] https://www.zuid-holland.nl/publish/pages/23882/coalitieakkoord2019-2023.pdf

[2] https://www.natuurenmilieu.nl/wp-content/uploads/2019/04/190401-De-vlucht-naar-voren-oplegnotitie-luchtvaartonderzoeken-Natuur-Milieu.pdf

[3] https://www.cro-rotterdam.nl/uploads/actueel/info%20BRR/2018%2012%2012%20BRR%20Notitie%20aan%20Raden%20en%20Staten.pdf

Indiendatum: sep. 2019
Antwoorddatum: 13 nov. 2019

De raadsleden de heren Barker, De Vuyst, Partiman, Balster, Grinwis, Wijsmuller, Ҫetinkaya, Hoijnck van Papendrecht en de dames Arp en Van Doorn hebben op 26 augustus 2019 een brief met daarin tien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

1. Is het college het met de Rotterdamse gemeenteraad en provincie Zuid Holland eens dat overlast van het vliegverkeer de afgelopen jaren flink is toegenomen en dat de overlast al lang niet meer beperkt is tot het gebied van direct omwonenden?

Tot en met november van 2018 zijn er 37.000 klachten ingediend over geluidshinder door vliegverkeer; liefst tweemaal zoveel als in 2017.

2. Is het college het met indieners eens dat dit een bijzonder ongewenste ontwikkeling is? Zo nee, waarom niet?

3. Is het college het met de Rotterdamse raad en provincie Zuid Holland eens dat groei van de luchthaven Rotterdam The Hague Airport onwenselijk is? Zo nee, waarom niet?

4. Is het college verder van mening dat groei van de luchtvaart niet past bij zowel de landelijke als de Haagse CO2-doelstellingen? Zo nee, waarom niet?

5. Deelt het college de mening van de tien partijen dat een inzet op groei (van de geluidsruimte) bovendien niet meer haalbaar is, nu zowel Rotterdam als de provincie hier nu expliciet tegen zijn? Zo nee, waarom niet?

De gemeente Den Haag is niet het bevoegd gezag ten aanzien van de Rotterdam The Hague Airport (RTHA). Hetgeen in de vragen wordt aangekaart is een verantwoordelijkheid van de rijks- en provinciale overheid. De geluidsnormen zijn de afgelopen periode niet gewijzigd en er zijn naar ons bekend ook geen wijziging van de geluidsnorm aanstaande. Het vliegverkeer van en naar RTHA bevindt zich al jaren binnen de grenzen van de daarvoor vastgestelde geldende geluidsnormen. Groei is derhalve niet aan de orde.

Ook stelt het college zich op het standpunt dat de huidige geldende geluidsnorm de norm is en streeft geen uitbreiding of groei na. Het college heeft binnen de bestaande geluidsnorm voorkeur voor vluchten die voor Den Haag belangrijke reizigers faciliteren, zoals zakelijke reizigers, congresbezoekers en bezoekers/werknemers van internationale instituties. Dit standpunt treft u ook aan in eerdere antwoorden (RIS 296965 en RIS 302399).

Het college is van mening dat er balans moet zijn tussen de economische waarde, de beheersing van de overlast en duurzaamheid. Met het innovatieprogramma Rotterdam The Hague Innovation Airport (RHIA) wordt hier een bijdrage aan geleverd. Het RHIA is een belangrijke ontwikkeling voor de toekomst waarbij wegen worden verkend om vliegtechnologie beter in balans te krijgen met duurzaamheid en omgeving.

De Bestuurlijke Regiogroep Rotterdam The Hague Airport (BBR) concludeerde3 na onderzoek dat het uitplaatsen van maatschappelijk vliegverkeer in Zuid Holland niet mogelijk is.

6. Is het college bekend met het onderzoek en de conclusies van de BRR?

Het college heeft kennis genomen van het onderzoek van de BBR, maar omdat wij geen onderdeel zijn in de bestuurlijk regiegroep zijn wij verder niet betrokken.

7. Is het college bereid om net als gemeente Rotterdam in regionale en nationale overleggen het standpunt in te nemen dat uitplaatsingen van het maatschappelijk vliegverkeer in RTHA onwenselijk is? Zo nee, waarom niet?

Zoals hierboven aangegeven heeft het college als standpunt dat de huidige geluidsnorm het uitgangspunt moet zijn en dat, binnen deze norm, het de voorkeur geeft aan vluchten die voor Den Haag belangrijke reizigers faciliteren.

8. Is het college bereid om net als gemeente Rotterdam en provincie Zuid Holland in regionale en nationale overleggen het standpunt in te nemen dat uitbreiding van de geluidsruimte van RTHA onwenselijk is?

Dit heeft het college al gedaan.

9. Is het college bereid om net als gemeente Rotterdam bij een eventueel nieuw luchthavenbesluit ervoor te pleiten ook een krimpscenario in de benodigde maatschappelijke kosten batenanalyse (MKBA) op te nemen? Zo nee, waarom niet?

Er is vooralsnog geen sprake van een nieuw luchthavenbesluit.

10. Is het college net als gemeente Rotterdam bereid om bij het Rijk te pleiten voor striktere handhaving wanneer geluidsnormen worden overschreden?

Handhaving is een taak van het Rijk, dit wordt gedaan door de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Het college van burgemeester en wethouders,

de wnd. secretaris,
Dineke ten Hoorn Boer

de wnd. burgemeester,
Johan Remkes