Schrif­te­lijke vragen Voorkom kaalslag Hugo de Groot­straat


Indiendatum: 9 aug. 2023

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Via bewoners hoorde de Partij voor de Dieren van geplande werkzaamheden in en rondom de Hugo de Grootstraat, inclusief de aangekondigde (mogelijke) kap van vrijwel alle bomen. Behoud en versterken van groen in de stad is een belangrijk beleidsdoel en de gemeente heeft daarnaast de plicht om transparant te zijn over besluitvorming. Toch dreigen 23 bomen (bijna alle bomen in de straat) gekapt te worden en minder en kleinere bomen terug te komen. Het behoud van groen en onze natuurlijke omgeving is wat de Partij voor de Dieren betreft van groot belang voor de inwoners van deze wijk.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Robin Smit, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

1) Klopt het dat de gemeente Den Haag van plan is 23 bomen in en rondom de Hugo de Grootstraat te kappen? Zo niet, wat zijn dan de plannen met de bomen hier?

2) Kan het college toelichten wat de voorgenomen plannen zijn en relevante documentatie met betrekking tot dit plan (tekeningen, participatieverslagen, boomonderzoeken inclusief BEA, herplantbaarheid, kwaliteitsbeoordeling, voorgestelde beplantingsplan, etc.) met de raad delen?

3) Kan het college toezeggen dat er geen enkele boom zal worden gekapt (acute veiligheidsrisico's daargelaten) voordat deze vragen beantwoord zijn en er de kans is geweest dit in de raad te bespreken? Dit in het kader van verantwoorde besluitvorming en volledige informatievoorziening.

4) Kan het college aangeven of het klopt dat de gemeente Den Haag voorstelt om na kap uitsluitend kleine bomen (van de 3e grootte klasse) te planten? Zo ja, kan deze beslissing gemotiveerd toegelicht worden? Is er werkelijk geen mogelijkheid om ook grotere bomen aan te planten?

5) Indien er sprake is van kap en nieuwe aanplant, zal het college zich inzetten om een vergelijkbare diversiteit aan boomsoorten te behouden? Zo niet, waarom niet en hoe wordt deze beslissing dan gemaakt?

6) Welke verschillende methoden zijn overwogen om effectief om te gaan met wortelopdruk en mogelijk toekomstige wortelopdruk? Is bijvoorbeeld de grondzuigtechniek onderzocht als een alternatieve aanpak? We zijn benieuwd naar de onderzochte mogelijkheden en de resultaten daarvan.

7) Is het college van mening dat een lichte mate van wortelopdruk per definitie onacceptabel is?

8) Wat ziet het college als kleine aanpassingen om wortelopdruk te verhelpen, en wat zijn voorbeelden van grote maatregelen of aanpassingen?

9) Voor zover de reden om te kappen is dat wortelopdruk de duurzame handhaving van bepaalde bomen in de weg staat: kan het college een specifieke toelichting per boom of per situatie geven? Bijvoorbeeld: als de groeiplaats niet verbeterd kan worden, waarom dan niet, hoe is dit onderzocht, en wat zou wel mogelijk zijn qua groeiplaatsverbetering?

10) Kan het college aangeven of het klopt dat een substantieel deel van de bomen in voldoende of goede staat worden geacht, en slechts enkele bomen slecht?

11) Kan het college aangeven of het klopt dat de groeiplaats van een substantieel deel van de bomen in voldoende of goede staat wordt geacht, en slechts enkele bomen slecht?

12) Kan het college aangeven of onderzocht is om de groeiplaatsen van de huidige bomen te verbeteren door herindeling van perkjes en parkeerplaatsen? Zo niet, is het college bereid dit te laten onderzoeken?

13) In aanvulling op bovenstaande vragen: waarom schat de gemeente Den Haag dan in dat de wortelopdruk bij bepaalde bomen dermate problematisch is dat deze niet duurzaam gehandhaafd kunnen worden? Veel bomen zijn toch juist in voldoende of goede conditie, wat betekent dat ze een (redelijk) lange levensduur hebben bij gelijkblijvende omstandigheden?

14) Is onderzoek verricht naar het effect en de haalbaarheid van gedeeltelijke groeiplaatsverbetering om de bomen duurzaam te behouden?

De gemeente hanteert als uitgangspunt bij het planten van een boom van de eerste grootte 20 kubieke meter doorwortelbare grond wenselijk is (Handboek Openbare Ruimte). Bij deze bomen in de Hugo de Grootstraat wordt beoordeeld dat dit nu niet zo is.

15) Is per boom (van de eerste grootte) onderzocht wat de mogelijkheid is tot groeiplaatsverbetering en of die verbetering voldoende is, of is alleen gekeken of de norm van 20 kubieke meter gehaald wordt?

In de Nota Stadsbomen, bijlage 3 (RIS307827), wordt verwezen naar 6 kubieke meter als ondergrens bij beheer en aanplant van bomen met knelpunten in de verharding.

16) Is dit als grens voor de hoeveelheid doorwortelbare grond van bomen van de eerste grootte meegenomen in de boomonderzoeken? Zo niet, waarom niet?

17) Uitgaande van die grens, bij hoeveel van de huidige bomen is dit te realiseren?

18) Bij welke van de bestaande bomen is er een mogelijkheid om de boomspiegel te vergroten? Kan het college aangeven welke opties er worden overwogen om deze vergroting te realiseren?

In het meest recente coalitieakkoord wordt aangegeven dat Den Haag bomen alleen kapt wanneer het aantoonbaar niet anders kan.

19) Geldt dit standpunt en deze houding voor het huidige college van B&W? Zo ja, is het college bereid om alle mogelijke opties te verkennen om de bomen te behouden en hoe wordt daar invulling aan gegeven?

20) Is er al een Bomen Effect Analyse (BEA) uitgevoerd voor deze situatie? Zo ja, kan deze gedeeld worden? Zo niet, waarom niet en waarom wordt al gecommuniceerd dat kap nodig zou zijn richting bewoners?

21) Ziet het college in dat het onwenselijk is om bijna alle bomen in een straat te kappen, terwijl deze bomen (op 1 of hoogstens 3 bomen na) niet in slechte of onveilige staat zijn?

Robin Smit

Partij voor de Dieren


Indiendatum: 9 aug. 2023
Antwoorddatum: 20 nov. 2023

Het raadslid de heer Smit heeft op 9 augustus 2023 een brief met daarin eenentwintig vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Via bewoners hoorde de Partij voor de Dieren van geplande werkzaamheden in en rondom de Hugo de Grootstraat, inclusief de aangekondigde (mogelijke) kap van vrijwel alle bomen. Behoud en versterken van groen in de stad is een belangrijk beleidsdoel en de gemeente heeft daarnaast de plicht om transparant te zijn over besluitvorming. Toch dreigen 23 bomen (bijna alle bomen in de straat) gekapt te worden en minder en kleinere bomen terug te komen. Het behoud van groen en onze natuurlijke omgeving is wat de Partij voor de Dieren betreft van groot belang voor de inwoners van deze wijk.

1. Klopt het dat de gemeente Den Haag van plan is 23 bomen in en rondom de Hugo de Grootstraat te kappen? Zo niet, wat zijn dan de plannen met de bomen hier?
Nee, uit onderzoek blijkt dat op basis van de huidige plannen 18 bomen moeten worden vervangen. Er wordt opnieuw gekeken of er met aanpassingen aan de straat, en zonder concessies te doen aan de veiligheid, andere mogelijkheden zijn om sommige van die 18 bomen toch te behouden.

2. Kan het college toelichten wat de voorgenomen plannen zijn en relevante documentatie met betrekking tot dit plan (tekeningen, participatieverslagen, boomonderzoeken inclusief BEA, herplantbaarheid, kwaliteitsbeoordeling, voorgestelde beplantingsplan, etc.) met de raad delen?
Dit is mogelijk, maar aangezien de plannen in samenspraak met de bewonersvertegenwoordiging zo mogelijk worden aangepast, en daarbij naar verwachting ook aanvullende onderzoeken nodig zijn heeft de huidige informatie beperkte waarde. Zodra de resultaten uit de samenspraak zijn afgerond wordt de raad voorafgaand aan de uitvoering geïnformeerd.

3. Kan het college toezeggen dat er geen enkele boom zal worden gekapt (acute veiligheidsrisico's daargelaten) voordat deze vragen beantwoord zijn en er de kans is geweest dit in de raad te bespreken? Dit in het kader van verantwoorde besluitvorming en volledige informatievoorziening.
Als een eventuele bespreking van de beantwoording van de vragen uiterlijk wordt geagendeerd voor de raadsvergadering van 25 januari 2024 wil het college graag toezeggen dat er geen enkele boom zal worden gekapt voordat de beantwoording in de raad wordt besproken.

4. Kan het college aangeven of het klopt dat de gemeente Den Haag voorstelt om na kap uitsluitend kleine bomen (van de 3e grootte klasse) te planten? Zo ja, kan deze beslissing gemotiveerd toegelicht worden? Is er werkelijk geen mogelijkheid om ook grotere bomen aan te planten?
De ruimte in woonstraten zoals de Hugo de Grootstraat is beperkt waardoor er veelal alleen bomen van de derde grootte verantwoord en duurzaam geplant kunnen worden. Samen met de bewonersvertegenwoordiging zullen de mogelijkheden voor de herplant worden afgewogen.

De aan te planten boomgrootteklasse is afhankelijk van de ondergrondse en bovengrondse groeiruimte. Als bijvoorbeeld te grote bomen te dicht bij woningen worden geplaatst, zal dit al snel leiden tot snoeiverzoeken van bewoners. Daarnaast hebben bomen die uiteindelijk groter worden ook een grotere ondergrondse groeiplaats nodig. In de Nota Stadsbomen (RIS307827) en in het Handboek Openbare Ruimte zijn de minimale afstand tot de gevel en de omvang van de groeiplaats beschreven. Zo is het bijvoorbeeld niet verstandig om bomen van de eerste grootte op minder dan 7,5 meter van een gevel te planten, bomen van de tweede grootte op minder dan 5 meter en bomen van de derde grootte op minder dan 2,5 meter.

5. Indien er sprake is van kap en nieuwe aanplant, zal het college zich inzetten om een vergelijkbare diversiteit aan boomsoorten te behouden? Zo niet, waarom niet en hoe wordt deze beslissing dan gemaakt?
In overleg met de bewonersvertegenwoordiging wordt hiervoor een keuze gemaakt binnen het bestaande beleid van de Nota Stadsbomen (RIS307827). Biodiversiteit is daarin één van de uitgangspunten.

6. Welke verschillende methoden zijn overwogen om effectief om te gaan met wortelopdruk en mogelijk toekomstige wortelopdruk? Is bijvoorbeeld de grondzuigtechniek onderzocht als een alternatieve aanpak? We zijn benieuwd naar de onderzochte mogelijkheden en de resultaten daarvan.
Er zijn verschillende methoden die ingezet kunnen worden bij wortelopdruk. Per boom wordt bekeken of een methode kan worden toegepast. Kleine aanpassingen om worteldruk te verhelpen zijn het verhogen van de verharding of het weghalen van oppervlakkige dunne wortels onder de verharding.

Grote maatregelen betreffen het stimuleren van de wortels om meer naar beneden te groeien door grondverbetering zoals het ‘ploffen’ van de grond (lucht en voedingsstoffen inbrengen in de grond), aanbrengen van voedingspijlers, het aanbrengen van druk verdelende kratjes onder de bestrating en pas op de laatste plaats het vervangen van de boom.

Bij 18 bomen bleek geen van deze methoden toepasbaar. Door de oppervlakkige beworteling is het niet mogelijk om grondzuigtechniek toe te passen, nieuw bomenzand met daar bovenop een drukverdelende laag en klinkers aan te brengen, zonder dat het straatniveau aanzienlijk wordt verhoogd. Een verhoging van het straatniveau zou bij flinke regenval tot wateroverlast in woningen kunnen leiden omdat de straat dan hoger ligt dan de voordeurdrempels. Dat is niet wenselijk. Het vervangen van bomen is altijd de laatste optie die wordt overwogen.

7. Is het college van mening dat een lichte mate van wortelopdruk per definitie onacceptabel is?
Nee, wortelopdruk mag niet leiden tot een onveilige situatie. Bij een onveilige situatie kunnen meerdere maatregelen worden ingezet om de situatie weer veilig te maken.

8. Wat ziet het college als kleine aanpassingen om wortelopdruk te verhelpen, en wat zijn voorbeelden van grote maatregelen of aanpassingen?
Zie het antwoord op vraag 6.

9. Voor zover de reden om te kappen is dat wortelopdruk de duurzame handhaving van bepaalde bomen in de weg staat: kan het college een specifieke toelichting per boom of per situatie geven? Bijvoorbeeld: als de groeiplaats niet verbeterd kan worden, waarom dan niet, hoe is dit onderzocht, en wat zou wel mogelijk zijn qua groeiplaatsverbetering?
Er is een extern rapport door de Bomenwacht Nederland gemaakt waarin specifiek aangegeven is welke boom behouden kan blijven en welke bomen aangepast of vervangen moeten worden op basis van het groot onderhoud dat wordt uitgevoerd.

10. Kan het college aangeven of het klopt dat een substantieel deel van de bomen in voldoende of goede staat worden geacht, en slechts enkele bomen slecht?
Ja dat klopt. Uit het onderzoek van de bomenwacht is gebleken dat van de 23 bomen er 1 boom is met een toekomstverwachting van minder dan 5 jaar; 2 bomen hebben een toekomstverwachting van 5 tot 10 jaar en 20 bomen hebben een toekomstverwachting van meer dan 10 jaar.

11. Kan het college aangeven of het klopt dat de groeiplaats van een substantieel deel van de bomen in voldoende of goede staat wordt geacht, en slechts enkele bomen slecht?
De staat van de groeiplaats is hier niet relevant. De beperkte omvang van de groeiplaats in combinatie met de grote omvang van de wortels maakt dat bij 15 bomen is geadviseerd om deze te kappen vanwege wortelopdruk en slechte omstandigheden van de voedingsgrond. Van 5 bomen wordt geadviseerd om deze te handhaven maar daarbij wel de groeiplaats te verbeteren. Voor de overige 3 bomen wordt geadviseerd om die te kappen vanwege de nog maar beperkte toekomstverwachting. Zie ook de beantwoording van vraag 10.

12. Kan het college aangeven of onderzocht is om de groeiplaatsen van de huidige bomen te verbeteren door herindeling van perkjes en parkeerplaatsen? Zo niet, is het college bereid dit te laten onderzoeken?
Ja, dit is onderzocht en ook onderwerp van gesprek met de bewonersvertegenwoordiging. Van significante herindeling van de openbare ruimte is geen sprake, aangezien de ruimte (vooral ondergronds) zeer beperkt is en dit niet toelaat. Overigens willen de bewoners de huidige indeling behouden.

13. In aanvulling op bovenstaande vragen: waarom schat de gemeente Den Haag dan in dat de wortelopdruk bij bepaalde bomen dermate problematisch is dat deze niet duurzaam gehandhaafd kunnen worden? Veel bomen zijn toch juist in voldoende of goede conditie, wat betekent dat ze een (redelijk) lange levensduur hebben bij gelijkblijvende omstandigheden?
Het merendeel van de bomen heeft een voldoende tot goede conditie, dat is bij de meeste bomen dus ook niet het probleem. Deze bomen zullen door hun conditie en groeikracht op zoek blijven gaan naar voeding, vocht en zuurstof in de bodem. Door de verdichte ondergrond zal het aantal oppervlakkige wortels juist toenemen en door de jaren heen dikker worden. Met als gevolg nog meer wortelopdruk die leidt tot onveilige situaties en is daarmee problematisch.

14. Is onderzoek verricht naar het effect en de haalbaarheid van gedeeltelijke groeiplaatsverbetering om de bomen duurzaam te behouden?
Hier is geen specifiek onderzoek naar verricht. Het huidige onderzoek heeft uitgewezen dat er onvoldoende ruimte in de ondergrond is bij de meeste bomen voor groeiplaatsverbetering met behoud van de bomen omdat de beworteling te oppervlakkig is.

De gemeente hanteert als uitgangspunt dat bij het planten van een boom van de eerste grootte 20 kubieke meter doorwortelbare grond wenselijk is (Handboek Openbare Ruimte). Bij deze bomen in de Hugo de Grootstraat wordt beoordeeld dat dit nu niet zo is.

15. Is per boom (van de eerste grootte) onderzocht wat de mogelijkheid is tot groeiplaatsverbetering en of die verbetering voldoende is, of is alleen gekeken of de norm van 20 kubieke meter gehaald wordt?
Zie het antwoord op vraag 6.

In de Nota Stadsbomen, bijlage 3 (RIS307827), wordt verwezen naar 6 kubieke meter als ondergrens bij beheer en aanplant van bomen met knelpunten in de verharding.

16. Is dit als grens voor de hoeveelheid doorwortelbare grond van bomen van de eerste grootte meegenomen in de boomonderzoeken? Zo niet, waarom niet?
Ja, deze ondergrens is aangehouden.

17. Uitgaande van die grens, bij hoeveel van de huidige bomen is dit te realiseren?
In dit project wordt de bestrating verwijderd en opnieuw aangebracht. Om de bestrating duurzaam te herstellen is het uitgangspunt om wortelopdruk te voorkomen. Bij de bomen die minder dan 10 jaar geleden geplant zijn (5 stuks) is het mogelijk de groeiplaatsen met 6 m3 te vergroten.

18. Bij welke van de bestaande bomen is er een mogelijkheid om de boomspiegel te vergroten? Kan het college aangeven welke opties er worden overwogen om deze vergroting te realiseren?
Dat is nog niet bekend. De mogelijkheden zijn beperkt vanwege het gebrek aan ruimte in de ondergrond. Tegelijk mag het vergroten van een boomspiegel niet ten koste gaan van de toegankelijkheid en de veiligheid.

In het meest recente coalitieakkoord wordt aangegeven dat Den Haag bomen alleen kapt wanneer het aantoonbaar niet anders kan.

19. Geldt dit standpunt en deze houding voor het huidige college van B&W? Zo ja, is het college bereid om alle mogelijke opties te verkennen om de bomen te behouden en hoe wordt daar invulling aan gegeven?
Ja, bij de voorbereiding van werkzaamheden wordt eerst een boombehoudonderzoek uitgevoerd. In zo’n onderzoek wordt per boom aangegeven welke boom behouden kan blijven en welke bomen aangepast of vervangen moeten worden. De veiligheid in de openbare ruimte en de conditie van de boom worden daarbij overwogen.

Idealiter kan een boom op de bestaande locatie blijven staan. Als dat niet mogelijk is wordt onderzocht of een boom tijdelijk kan worden verplant of een nieuwe standplaats kan krijgen. Als deze mogelijkheden er niet zijn dan pas wordt de optie van kap en herplanten in overweging genomen.

20. Is er al een Bomen Effect Analyse (BEA) uitgevoerd voor deze situatie? Zo ja, kan deze gedeeld worden? Zo niet, waarom niet en waarom wordt al gecommuniceerd dat kap nodig zou zijn richting bewoners?
Nee, zie ook vraag 1, er komt een BEA zodra het nieuwe plan gereed is.

21. Ziet het college in dat het onwenselijk is om bijna alle bomen in een straat te kappen, terwijl deze bomen (op 1 of hoogstens 3 bomen na) niet in slechte of onveilige staat zijn?
Het college onderschrijft de zorg en heeft als uitgangspunt dat kap alleen kan plaatsvinden als dat onvermijdelijk is, hierbij rekening houdend met een veilige bruikbare verharding.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,

Ilma Merx Jan van Zanen