Schrif­te­lijke vragen Vreedzame demon­stranten aange­houden


Indiendatum: 7 jan. 2021

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op 6 januari 2021 zijn er 14 demonstranten en een fotograaf bij het ministerie van EZK opgepakt door de politie. De demonstranten (Extinction Rebellion) en de fotograaf werden kort na de aanhouding weer vrijgelaten. De demonstratie werd grotendeels vastgelegd op de Facebook livestream van Extinction Rebellion NL[1].

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden de heren Barker (PvdD), Kapteijns (GroenLinks) en Wijsmuller (HSP) de volgende vragen:

  1. Is het college bekend met de demonstratie en de livestream die hiervan is opgenomen?
  2. De demonstranten begonnen rond 09:30 met hun actie bij het ministerie van EZK. Wanneer wist het college van de demonstratie?
  3. Toen bekend werd dat er een demonstratie plaatsvond, met welke instanties heeft overleg plaatsgevonden?
  4. Is er een afweging gemaakt of de demonstratie kon doorgaan? Zo ja, wat is die afweging en door wie is die afweging gemaakt? Graag een toelichting.

De demonstratie bestond uit een kleine groep (14) mensen die zonder (verkeers)hinder te veroorzaken en zonder leuzen te roepen of te zingen bij het ministerie van EKZ stond. Zij hielden 1.5m afstand en droegen mondkapjes. Zij hadden spandoeken en posters bij zich. Ook schreven zij met krijtverf op de ramen. Volgens de woordvoerder van de demonstranten vroeg de aanwezige politie of de verf wel op waterbasis was. Dit was het geval en de woordvoerder zei dat zij om 17:00 uur alles weer schoon achter zouden laten. Volgens de woordvoerder antwoordde de agent waarmee zij sprak met ‘goed, dan is het geen vernieling’.

  1. Wie heeft besloten om de demonstranten aan te houden? Op basis waarvan? Graag een toelichting.
  2. Waarom is besloten om de demonstratie geen doorgang te laten vinden? Onder welke voorwaarden zou een dergelijke demonstratie wel zijn toegestaan?
  3. Welke instructies zijn er uitgegaan naar de agenten die ter plaatse waren? Van wie kwamen deze instructies? Rondom welk tijdstip was dit? Graag een toelichting.
  4. Waarom en door wie is besloten tot aanhouding en afvoer van de demonstranten over te gaan? Zijn vooraf andere maatregelen ingezet, bijvoorbeeld een waarschuwing? Zo nee, waarom heeft de politie niet eerst een waarschuwing gegeven voordat men tot aanhouding overging?
  5. De demonstranten zijn na aanhouding zonder afdoeningsbeslissing snel weer vrijgelaten. Was de aanhouding onrechtmatig?
  6. Wat is de gebruikelijke termijn waarbinnen een afdoeningsbeslissing wordt genomen?
  7. Wat was het oordeel van de (hulp-)Officier van Justitie over de demonstratie en de aanhouding?
  8. Kan het college bevestigen dat er een fotograaf is aangehouden die geen onderdeel uitmaakte van de demonstranten? Zo ja, waarom is die aangehouden?
De fotograaf in kwestie is op de livestream te zien. Hij legt uit aan de politie dat hij geen onderdeel uitmaakt van de demonstratie, maar dat hij aanwezig is als fotograaf. Een van de agenten zegt “Er zit een heel groot verschil tussen fotografen, en wappies die met een camera lopen.”
  1. Wat vindt het college van dit soort uitspraken van een agent in functie?
  2. Heeft de politie gecheckt of mensen bij de demonstratie hoorden? Zo nee, waarom wordt dit niet zorgvuldiger gedaan?

Op de videobeelden is te zien dat de politie niet aangeeft op basis van welk strafbaar feit hij/zij de aanhouding verricht.

  1. Is het correct dat een agent altijd hoort te vermelden voor welk strafbaar feit iemand wordt aangehouden bij een arrestatie?
  2. Klopt het dat dat in deze situatie niet gebeurd is? Heeft de politie hier een verklaring voor gegeven?
  3. Wat is de mening van het college over deze gang van zaken?

Demonstreren is geen gunst, maar een grondrecht waaraan geen beperkingen mogen worden opgelegd tenzij de openbare orde, de verkeersveiligheid of de volksgezondheid in het geding zijn.

  1. Op welke grond is deze kleine vreedzame demonstratie ontbonden? Graag een toelichting.
  2. Kan het college een overzicht geven hoe vaak de afgelopen jaren in Den Haag een manifestatie of demonstratie niet is ontbonden ondanks het feit dat deze niet was aangemeld? Zo nee, kan hier een ruwe schatting van worden gegeven?
  3. Kan het college uitleggen waarom deze kleine manifestatie binnen een uur is opgedoekt terwijl er nog geen week geleden door de gemeente is meegewerkt aan een manifestatie in Duindorp voor een ongelimiteerde hoeveelheid deelnemers, die uren mocht doorgaan waarbij niet aan de coronamaatregelen werd voldaan? Graag een toelichting. Tussen de vragen kan de vragensteller nog nadere tekst invoegen. Deze mag de mening van de partij weergeven.


Robert Barker
Partij voor de Dieren

Arjen Kapteijns
GroenLinks

Joris Wijsmuller
Haagse Stadspartij


[1] https://www.facebook.com/20034...

Indiendatum: 7 jan. 2021
Antwoorddatum: 26 jan. 2021

De raadsleden de heren Barker, Kapteijns en Wijsmuller hebben op 7 januari 2021 een brief met daarin twintig vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Op 6 januari 2021 zijn er 14 demonstranten en een fotograaf bij het ministerie van EZK opgepakt door de politie. De demonstranten (Extinction Rebellion) en de fotograaf werden kort na de aanhouding weer vrijgelaten. De demonstratie werd grotendeels vastgelegd op de Facebook livestream van Extinction Rebellion NL.


1. Is het college bekend met de demonstratie en de livestream die hiervan is opgenomen?

Ja. Op 6 januari heeft een niet-aangemelde demonstratie plaatsgevonden bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Demonstranten beplakten en bekladden de ramen van het ministerie. Zij stonden vervolgens met spandoeken op het smalle trottoir waarbij in ieder geval een rookpot werd afgestoken. Tijdens de demonstratie hielden de deelnemers niet steeds 1,5 meter afstand van elkaar. De demonstratie is op last van de burgemeester beëindigd ter bestrijding en voorkoming van wanordelijkheden. Deze demonstratie kan niet los worden gezien van eerdere acties van deze organisatie.

Zo heeft de politie op 12 oktober jl. meerdere personen van deze organisatie aangehouden die het gebouw van het ministerie van EZK hadden besmeurd met een zwarte substantie. Het bekladden van panden zonder toestemming van de eigenaar of beheerder is verboden, ongeacht of het materiaal waarmee dit gebeurt verwijderbaar is en of dit al dan niet in het kader van een demonstratie gebeurt.

Op 20 oktober jl. zijn zeven personen van deze organisatie aangehouden, nadat zij de lobby van het ministerie van EZK hadden bezet. Voor 17 november jl. was door deze organisatie een demonstratie aangemeld, waarbij opnieuw het voornemen was het ministerie van EZK te bekladden. Vanwege vrees voor wanordelijkheden en aantasting van de gezondheid (verspreiding van COVID-19) is toen een beperking opgelegd. De beperking hield in dat de demonstratie plaats diende te vinden aan de overzijde van het ministerie. De beperking is niet aangevochten bij de rechtbank.

Op 12 december jl. was sprake van een niet-aangemelde demonstratie van deze organisatie, waarbij het ministerie van EZK opnieuw werd beklad. Een aantal actievoerders was op het dak van het ministerie geklommen. Omdat zij weigerden te vertrekken, moesten zij met behulp van een hoogwerker naar beneden worden gehaald. Bij deze demonstratie is een tiental demonstranten aangehouden.

Deze voorgeschiedenis versterkte de gronden om de niet-aangemelde demonstratie van 6 januari niet in deze vorm en op deze locatie toe te staan. De zorgen die aanleiding gaven tot de eerdere beperking waren immers onverkort van toepassing en werden nog eens versterkt door het niet aanmelden van de demonstratie waardoor politie en gemeente zich niet op de demonstratie konden voorbereiden. Het is strijdig met de uitgangspunten van de Wet openbare manifestaties wanneer niet aanmelden wordt ingezet om een (verwachte) beperking te omzeilen. De inhoud van de boodschap speelt bij de beoordeling door de burgemeester overigens nimmer een rol. Dat gold vanzelfsprekend dus ook in dit geval.

2. De demonstranten begonnen rond 09:30 met hun actie bij het ministerie van EZK. Wanneer wist het college van de demonstratie?

3. Toen bekend werd dat er een demonstratie plaatsvond, met welke instanties heeft overleg plaatsgevonden?

Antwoord op vraag 2 en 3

Toen de politie constateerde dat de demonstratie plaatsvond, is contact opgenomen met de burgemeester. Er was geen aanleiding voor overleg met andere instanties.

4. Is er een afweging gemaakt of de demonstratie kon doorgaan? Zo ja, wat is die afweging en door wie is die afweging gemaakt? Graag een toelichting.

Iedere demonstratie wordt getoetst aan de doelcriteria van de Wet openbare manifestaties. Zoals beschreven in het antwoord op vraag 1 heeft de burgemeester, gelet op alle feiten en omstandigheden, bepaald dat de demonstratie op deze locatie en op deze wijze niet kon doorgaan.

De demonstratie bestond uit een kleine groep (14) mensen die zonder (verkeers)hinder te veroorzaken en zonder leuzen te roepen of te zingen bij het ministerie van EKZ stond. Zij hielden 1.5m afstand en droegen mondkapjes. Zij hadden spandoeken en posters bij zich. Ook schreven zij met krijtverf op de ramen. Volgens de woordvoerder van de demonstranten vroeg de aanwezige politie of de verf wel op waterbasis was. Dit was het geval en de woordvoerder zei dat zij om 17:00 uur alles weer schoon achter zouden laten. Volgens de woordvoerder antwoordde de agent waarmee zij sprak met ‘goed, dan is het geen vernieling’.

5. Wie heeft besloten om de demonstranten aan te houden? Op basis waarvan? Graag een toelichting.

Op basis van het besluit van de burgemeester dat de demonstratie moest worden beëindigd, heeft de politie, op gezag van het Openbaar Ministerie, besloten de demonstranten aan te houden en over te brengen naar het politiebureau. Daarbij is door de politie een procedurefout gemaakt; er is verzuimd bij het kenbaar maken van het bevel van de beëindiging, de demonstranten in de gelegenheid te stellen uiteen te gaan. Wel was hierover contact met de woordvoerder van de demonstranten; deze was tijdens het aanhouden op de hoogte van de grond waarop de aanhouding plaatsvond.

Het Openbaar Ministerie heeft vanwege de procedurefout besloten dat de arrestanten moesten worden vrijgelaten. Let wel, het vrijlaten van de arrestanten staat los van de rechtmatigheid van het besluit van de burgemeester de demonstratie te beëindigen. Overigens is het zonder toestemming van de rechthebbende bekladden van een gebouw niet alleen hinderlijk, maar ook strafbaar op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Den Haag.

6. Waarom is besloten om de demonstratie geen doorgang te laten vinden? Onder welke voorwaarden zou een dergelijke demonstratie wel zijn toegestaan?

De demonstratie is op last van de burgemeester beëindigd ter bestrijding en voorkoming van wanordelijkheden. De demonstratie zou in principe kunnen plaatsvinden indien er vooraf afspraken kunnen worden gemaakt en de demonstranten zich houden aan de voorwaarden uit de eerder opgelegde beperking. De beperking hield in dat de demonstratie plaats diende te vinden aan de overzijde van het ministerie. Vanzelfsprekend mogen er ook geen strafbare feiten worden gepleegd.

7. Welke instructies zijn er uitgegaan naar de agenten die ter plaatse waren? Van wie kwamen deze instructies? Rondom welk tijdstip was dit? Graag een toelichting. Zoals beschreven in het antwoord op vraag 5 heeft de politie, op basis van het beëindigingsbesluit van de burgemeester, besloten de demonstranten aan te houden en over te brengen naar het politiebureau.

Dit gebeurde op gezag van het Openbaar Ministerie.

8. Waarom en door wie is besloten tot aanhouding en afvoer van de demonstranten over te gaan?

Zijn vooraf andere maatregelen ingezet, bijvoorbeeld een waarschuwing? Zo nee, waarom heeft de politie niet eerst een waarschuwing gegeven voordat men tot aanhouding overging?

9. De demonstranten zijn na aanhouding zonder afdoeningsbeslissing snel weer vrijgelaten. Was de aanhouding onrechtmatig?

Antwoord op vraag 8 en 9

Indien de politie optreedt ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde staat zij niet onder gezag van de burgemeester, maar onder gezag van de officier van justitie. Zie verder het antwoord op vraag 5.

10. Wat is de gebruikelijke termijn waarbinnen een afdoeningsbeslissing wordt genomen?

Bij aanhouding op grond van artikel 11 van de Wet openbare manifestaties is sprake een overtreding. De dossiers in deze zaken worden door politie ingezonden naar het arrondissementsparket Den Haag en daar beoordeeld. In veel gevallen zal aan verdachten door het Openbaar Ministerie een strafbeschikking worden opgelegd. Daartegen kan verzet worden ingesteld, waarna de zaak zal worden voorgelegd aan de kantonrechter. Het arrondissementsparket streeft ernaar elke zaak zo spoedig mogelijk te beoordelen. Concreet is dit echter afhankelijk van veel verschillende factoren. Wettelijk gezien verjaart een overtreding na een periode van 3 jaar.

11. Wat was het oordeel van de (hulp-)Officier van Justitie over de demonstratie en de aanhouding?

Zie het antwoord op vraag 5. De (hulp-)Officier van Justitie oordeelt alleen over de aanhouding en niet over de demonstratie. Dat is voorbehouden aan de burgemeester.

12. Kan het college bevestigen dat er een fotograaf is aangehouden die geen onderdeel uitmaakte van de demonstranten? Zo ja, waarom is die aangehouden?

Het is niet aan het college om op persoonsniveau aan te geven wie waarom is aangehouden.

De fotograaf in kwestie is op de livestream te zien. Hij legt uit aan de politie dat hij geen onderdeel uitmaakt van de demonstratie, maar dat hij aanwezig is als fotograaf. Een van de agenten zegt “Er zit een heel groot verschil tussen fotografen, en wappies die met een camera lopen.”

13. Wat vindt het college van dit soort uitspraken van een agent in functie?

Zonder op deze specifieke situatie in te gaan, is het college van mening dat eenieder respectvol moet worden behandeld. Indien iemand van mening is dat de politie niet juist heeft opgetreden kan daarover bij de politie een klacht worden ingediend.

14. Heeft de politie gecheckt of mensen bij de demonstratie hoorden? Zo nee, waarom wordt dit niet zorgvuldiger gedaan?

De politie heeft personen van wie werd vermoed dat zij aanwezig waren in de hoedanigheid van persfotograaf of journalist gevraagd een perskaart te tonen. Twee personen konden deze niet laten zien. Wat betreft de overige aanwezigen was duidelijk dat men onderdeel uitmaakte van de demonstratie; door de locatie waar men zich bevond, de opstelling, de uitspraken en/of de uiterlijke verschijning was men te herkennen als demonstrant.

Op de videobeelden is te zien dat de politie niet aangeeft op basis van welk strafbaar feit hij/zij de aanhouding verricht.

15. Is het correct dat een agent altijd hoort te vermelden voor welk strafbaar feit iemand wordt aangehouden bij een arrestatie?

16. Klopt het dat dat in deze situatie niet gebeurd is? Heeft de politie hier een verklaring voor gegeven?

Antwoord op vraag 15 en 16

De politie vermeldt het strafbare feit waarvoor een aangehouden verdachte wordt aangehouden tijdens de aanhouding of tijdens de voorgeleiding. Zie verder het antwoord op vraag 5.

17. Wat is de mening van het college over deze gang van zaken?

Het is in algemene zin uiteraard aan de politie de juiste procedures te volgen en te controleren of zij de juiste personen aanhouden. Het college heeft hierbij geen rol en ziet ook geen aanleiding hier nader op in te gaan. Demonstreren is geen gunst, maar een grondrecht waaraan geen beperkingen mogen worden opgelegd tenzij de openbare orde, de verkeersveiligheid of de volksgezondheid in het geding zijn.

18. Op welke grond is deze kleine vreedzame demonstratie ontbonden? Graag een toelichting.

De demonstratie is beëindigd ter bestrijding en voorkoming van wanordelijkheden. Zoals uit het antwoord op de vragen 1 en 5 blijkt, hebben eerdere ervaringen met deze organisatie, in het bijzonder op de locatie waar ook onderhavige demonstratie plaatsvond, de gronden om de nietaangemelde demonstratie van 6 januari niet in deze vorm en op deze locatie toe te staan versterkt.

Daarnaast is het zonder toestemming van de rechthebbende bekladden van een gebouw niet alleen hinderlijk, maar ook strafbaar op grond van de APV van de gemeente Den Haag.

19. Kan het college een overzicht geven hoe vaak de afgelopen jaren in Den Haag een manifestatie of demonstratie niet is ontbonden ondanks het feit dat deze niet was aangemeld? Zo nee, kan hier een ruwe schatting van worden gegeven?

Ook bij niet aangemelde demonstraties is het uitgangspunt dat wordt bekeken of het mogelijk is de demonstratie veilig te faciliteren. Hierbij wordt per geval een inschatting gemaakt op grond van de dan beschikbare feiten en omstandigheden. Hiervan worden geen precieze cijfers bijgehouden. Naar schatting gaat het om tientallen demonstraties per jaar. In zijn algemeenheid geldt overigens, dat beperkingen aan het recht op betoging op grond van één van de doelcriteria van de Wet openbare manifestaties bij niet-aangemelde demonstraties eerder geoorloofd worden geacht, omdat de overheid (en anderen) zich niet op deze demonstratie hebben kunnen voorbereiden. Dit geldt temeer nu we kampen met de bestrijding van een pandemie.

20. Kan het college uitleggen waarom deze kleine manifestatie binnen een uur is opgedoekt terwijl er nog geen week geleden door de gemeente is meegewerkt aan een manifestatie in Duindorp voor een ongelimiteerde hoeveelheid deelnemers, die uren mocht doorgaan waarbij niet aan de coronamaatregelen werd voldaan? Graag een toelichting.

De gemeenteraad is in RIS3073905 en RIS307396 en de bespreking in de commissie Bestuur van 13 januari jl. geïnformeerd over de manifestatie in Duindorp. Kort samengevat, was bij de demonstratie in Duindorp sprake van een tijdig aangemelde demonstratie, waarbij vooraf goede afspraken met de organisatie konden worden gemaakt. Er bestonden geen negatieve ervaringen met eerdere demonstraties van deze organisatie. Tijdens de demonstratie heeft de organisatie zich ingespannen om de geldende voorschriften en afspraken na te komen. Er was geen sprake van (dreigende) wanordelijkheden. Verder was relevant dat er zich onder de deelnemers van de demonstratie in Duindorp veel kinderen bevonden.

Onderhavige demonstratie was niet vooraf aangemeld. Er konden daardoor geen afspraken worden gemaakt met de organisator. Verder bestonden er slechte ervaringen met eerdere demonstraties van deze organisatie, in het bijzonder op de locatie waar ook onderhavige demonstratie plaatsvond.

Tijdens de demonstratie was voorts geen sprake van een organisator die trachtte de demonstratie met inachtneming van alle geldende regelgeving te laten plaatsvinden. Demonstranten beplakten en bekladden de ramen van het ministerie, hetgeen strafbaar is op grond van de APV. Dit alles gaf aanleiding om de demonstratie ter bestrijding en voorkoming van (verdere) wanordelijkheden te beëindigen.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, Ilma Merx

de burgemeester, Jan van Zanen