Input van de Partij voor de Dieren voor de gespreks­leider


9 juni 2023

De rechtszaak rondom Richard de Mos heeft voor veel opschudding gezorgd in de Haagse gemeenteraad. Na zijn vrijspraak is de vraag hoe wij als gemeenteraad verder moeten op een manier die het beste is voor de stad. Bruno Bruins is als gespreksleider aangesteld om dit proces te begeleiden. In de voorbereidende gesprekken, zijn alle fracties om input gevraagd. Ook onze fractie heeft een voorbereidend gesprek gehad en de volgende punten meegegeven:

Ontstane situatie

  • Dank aan de heer Bruins voor de bereidheid om gespreksleider te zijn.

  • Hard nodig, want de zaak De Mos heeft een grote impact gehad op de raad en de onderlinge verhoudingen. Maar daarnaast zijn er sowieso genoeg zaken die verbetering behoeven.

  • Zo is de sfeer niet altijd fijn en erg op de man, worden de integriteitsregels vaak niet gerespecteerd, pakt de raad niet haar rol en is er geen dualisme.

  • Heel belangrijk dat over dit soort zaken transparantie komt; voor de raad en voor de stad.

Het grijze gebied en verschillen in partijfinanciering

  • Dat iets volgens een rechter niet strafbaar is, betekent niet dat iets gewenst is. De rechter heeft de lokale politiek een duidelijke opdracht meegegeven.

  • De Haagse raad heeft een groot probleem rond integriteit. Vele voorbeelden zijn te benoemen van raadsleden die het woord voerden over onderwerpen waar zij een belang in hebben. Dit moet echt anders. Ook de wetswijziging van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid om hier nogmaals aandacht voor te vragen.

  • Verder zou het goed zijn om meer werk te maken van de aanbevelingen van Remkes.

  • Door de vorm van partijfinanciering kunnen integriteitsriscio’s ontstaan, met het idee; voor wat hoort wat. Het is wenselijk dat ongeacht de landelijke regelgeving de grotere geldschieters transparant worden en dat partijen zich bewust worden van de risico’s. Dit is niet alleen een risico bij Hart voor Den Haag.

  • Uitgaven en inkomsten van de partij, zoals de financiering van de verkiezingscampagne, zouden wat ons betreft dus transparant moeten zijn. En hier zouden op korte termijn afspraken over gemaakt moeten worden.

  • Daarnaast is het ook zeker zo dat het beter is dat landelijke regels komen die zorgen voor verplichte lokale transparantie en financiering. We steunen de oproep hiertoe bij het Rijk.


Verhoudingen en het vertrouwen tussen partijen

  • De verhoudingen tussen partijen zijn slecht. De relatie tussen coalitiepartijen, maar ook tussen coalitie en oppositie, staat onder spanning.

  • Het gebeurt regelmatig dat wethouders die coalitieraadsleden op de gang onder druk zetten, of overleggen in de zogenaamde 5+5 waar ook steevast gedoe is, bijvoorbeeld over de gespreksleidermotie.

  • Binnen de coalitie zijn er allerlei ongeschreven regels die de democratie niet ten goede komen. Coalitieraadsleden mogen bijvoorbeeld alleen een voorstel mede-indienen als de BA (bestuursadviseur van de wethouder) akkoord is. Dit zorgt ervoor dat coalitieraadsleden niet kunnen optrekken met oppositie als er een maatschappelijk probleem is.

  • Of een oppositie voorstel een meerderheid haalt hangt over het algemeen af van de BA en niet van de raad. De prioriteit van ba’s ligt daarbij vaak meer bij de coalitieraadsleden die veel sneller reactie krijgen en ba’s denken daar een stuk inhoudelijker mee.

  • Daarnaast zijn er regelmatig sessies tussen wethouders en coalitieraadsleden om hen voor te bereiden op nieuwe stukken. Daardoor is de informatiepositie ongelijkwaardig.

  • Het waardeoordeel bij de advisering op moties van oppositie en coalitie is daarbij duidelijk niet gelijkwaardig. Oppositiemoties worden vaak ‘overbodig’ genoemd en vergelijkbare coalitiemoties zijn ‘ondersteuning van beleid’.

  • Verder merk je dat de kaderstellende en controlerende rol steeds verder wordt uitgehold. Terwijl er geregeld plannen langskomen met grote risico’s stellen vaak alleen een handjevol oppositieraadsleden hier vragen over.

  • Daarnaast is te merken dat op persoonlijk vlak de sfeer ook niet goed is. In debatten en op sociale media wordt het heel persoonlijk gemaakt, terwijl het om de inhoud zou moeten gaan (waarover je van mening kan verschillen). Dit is vaak onderling besproken, maar er treedt geen verbetering op.

  • Verder is werkdruk van raadsleden een algemeen probleem en het college bevordert dit doordat planningen steeds uitlopen waardoor je geen houvast hebt aan termijnplanningen.


Samenstelling van het college

  • We begrijpen de wens van Hart voor Den Haag om over coalitievorming te praten aangezien de partij werd uitgesloten door een aantal andere partijen vanwege de zaak. Tegelijkertijd dragen de uitspraken van Hart voor Den Haag niet bij aan betere verhoudingen.

  • Wat zorgelijk is rond de uitsluiting is dat mensen dit als onrechtvaardig ervaren en dit het vertrouwen in de gemeente kan doen afnemen. Belangrijk om te realiseren daarbij is dat in Escamp de coalitiepartijen maar heel weinig draagvlak (36% van de stemmen en door de lage opkomst dus maar 13,6% van de mensen) hebben en tegelijkertijd juist hier de grootste ingrepen worden gedaan. Een meerderheid per stadsdeel is natuurlijk geen vereiste maar laat wel zien dat de lokale democratie een probleem heeft en gewerkt moet worden aan het vertrouwen.

  • De grootste partij heeft het recht om onderhandelingen te starten, maar niet het recht om in de coalitie te komen. Het zou niet moeten draaien om macht, maar om invloed. En het openbreken van een coalitie heeft ook nadelen voor de stad, zoals het vertragen van gemeentelijk beleid. Wij vinden daarbij de zogenaamde ‘aanschuifvariant’ onrealistisch.

  • Wij vinden het van belang dat er snel duidelijkheid komt en dat het niet maandenlang voortsleept. Uiteindelijk is het ook niet aan ons maar aan de coalitiepartijen om te bekijken of de vrijspraak iets betekent voor de huidige coalitie. Belangrijk is dat dit transparant wordt gemaakt.

  • Wat wij wenselijk vinden is dat er sowieso stappen worden gezet naar betere samenwerking binnen de raad. Gedacht kan worden aan afspraken rond dualisme of het zoeken naar meer draagvlak voor plannen met bijvoorbeeld akkoorden. Dit is onafhankelijk van of de collegesamenstelling verandert.

  • Daarnaast kan wat ons betreft ook op andere manieren gewerkt worden aan het draagvlak, bijvoorbeeld met raadgevende referenda, burgerraadpleging en die serieus nemen, echt luisteren naar mensen. Het huidige college slaagt hier onvoldoende in. Zie bijv. de bouwprojecten Bellevue en Zuidwest.