Gebruik van dieren in Den Haag aan banden gelegd

Er komen strengere regels voor het gebruik van dieren voor vermaak in de gemeente Den Haag. Voor deze optredens is voortaan een vergunning nodig. Donderdag nam de gemeenteraad dit voorstel van de Partij voor de Dieren aan. De partij hoopt dat er zo een einde komt aan praktijken zoals papegaaien tentoonstellen in de brandende zon van de Scheveningse boulevard.

Dierenleed

Dieren die worden gebruikt voor vermaak, kunnen vaak hun soorteigen gedrag niet vertonen. Ook hebben de dieren vaak geen mogelijkheid om zich terug te trekken. Roofvogels die tentoon worden gesteld, krijgen bijvoorbeeld niet of nauwelijks de kans om te vliegen en staan vastgebonden aan een blok. Het liefst zou de Partij voor de Dieren het gebruik van dieren voor vermaak in Den Haag verbieden, maar de gemeente heeft hier de juridische middelen niet voor. ‘Dieren zijn geen speeltjes, maar levende wezens met gevoel. Het vastbinden van uilen of zetten van papegaaien in de brandende zon is dieronvriendelijk en al lang niet meer van deze tijd’, zegt Robert Barker, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren Den Haag.

Vergunningsplicht

Al jaren zet de lokale PvdD-fractie zich in tegen het gebruik van dieren op evenementen, roofvogelshows en andere vormen van entertainment waarbij dieren worden gebruikt. Nu met als resultaat een vergunningplicht voor het gebruik van dieren voor vermaak. De gemeenteraad stemde hier donderdag mee in. Met dit voorstel wordt het gebruik van dieren ontmoedigd en worden mensen bewuster gemaakt van de schadelijke gevolgen. Barker (PvdD): ‘Het liefst hadden we het gebruik van dieren verboden, maar een vergunningplicht is een stap in de goede richting. Zo kunnen we dieren beter beschermen. Daarnaast roepen we de Rijksoverheid op om met een verbod te komen.’

Nieuwe regeling

Deze maand wordt de APV (gemeentelijke wetgeving) aangepast waardoor met een vergunningplicht het gebruik van dieren is gereguleerd. Met deze regeling krijgen de gemeente, de politie en de dierenbescherming de mogelijkheid om te controleren of aan de dierenwelzijnsvoorschriften wordt voldaan, iets wat nu niet of nauwelijks gebeurt.