Schrif­te­lijke vragen Rust aan de kust


Indiendatum: 10 mei 2024


Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Momenteel is het broedseizoen in volle gang. Doordat vele verstorende activiteiten zijn toegestaan in en rondom kwetsbare natuurgebieden wordt de druk op de natuurgebieden te groot. Op verschillende locaties in Den Haag, zoals het Westduinpark (de Berekuil), de Scheveningse Bosjes en de Duinweg zijn lasergame activiteiten toegestaan. Groepen van tot maar liefst 500 personen kunnen deelnemen aan de activiteiten. Betreding in deze omvang en frequentie leidt tot afbraak/vertreding van wat er is ontstaan aan duinvegetaties. Vanaf de zandmotor vliegen paramotoren af en aan over het Westduinpark.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Leonie Gerritsen, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

Uit eerdere schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren blijkt dat dit college van mening is dat de duinen en het strand belangrijke delen zijn van onze stad, die het verdienen om zorgvuldig mee om te gaan. De gemeente werkt daarom samen met de provincie, het Rijk en het Hoogheemraadschap om ons kustgebied op orde te houden voor nu en de lange termijn.

  1. Is het college het met de indieners eens dat het toestaan van grootschalige activiteiten, zoals lasergamen en gemotoriseerd paragliding, zeer verstorend is voor de al kwetsbare natuur en niet verenigbaar is met het doel om zorgvuldig om te gaan met de duinen en het strand?

  2. Tijdens het debat over de Programmabegroting 2024 heeft de Partij voor de Dieren gevraagd naar de vergunningverstrekking in de Natura-2000 gebieden vanuit de Provinciale Staten. Kan het college via deze weg alsnog de vergunningen die zijn verstrekt voor activiteiten in Haagse natuurgebieden delen met de raad?

  3. Kan het college toelichten waarom dit type activiteiten in de natuur niet vergunningplichtig is?

  4. Kan het college toelichten hoe, bij het toestaan van deze activiteiten, rekening wordt gehouden met kwetsbare natuur en met het broedseizoen?

  5. Is het college het met de indieners eens dat Combat Zone (lasergamen) toestaan in de Scheveningse Bosjes in strijd met het nieuwe beheerplan, waarin het deelgebied specifiek staat aangemerkt als rustgebied?

  6. Waarom worden grootschalige groepsactiviteiten in Natura-2000 gebied via het gemeentelijke marketing platform The Hague & Partners gepromoot?


In de schriftelijke vragen over schade aan duinen (RIS316275) vroeg de Partij voor de Dieren vorig jaar al naar paramotoren in en rondom het Westduinpark.

  1. Is het college bekend met het bezwaar van Stichting Duinbehoud over het toestaan van paramotoren?

  2. Vindt het college het wenselijk dat paramotoren (gemotoriseerd paragliden) worden toegestaan om en nabij stiltegebieden en beschermde natuurgebieden, los van waar het bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming ligt?

  3. De verantwoordelijkheid voor het toestaan van paramotoren boven het Westduinpark legt het college bij de provincie. Welke acties heeft het college genomen om deze activiteiten te voorkomen? Kan het college in gesprek gaan met de provincie over deze activiteiten?

  4. In de beantwoording van de schriftelijke vragen, ‘Natuur niet de klos bij topsport’ (RIS318025 ) wordt aangegeven dat in de richtlijnen voor piloten is vastgelegd dat er niet boven Natura2000 gebieden wordt gevlogen. Kan het college toelichten waarom het wel is toegestaan om met paramotoren boven het Westduinpark te vliegen, welke richtlijnen zijn hiervoor?

  5. Kan het college uiteenzetten wat voor regels en protocollen er momenteel gelden voor alle vormen van vliegende objecten (drones, gemotoriseerde voertuigen etc) boven natuurgebieden? Hoe en door wie wordt hier op gehandhaafd?

  6. De provincie is bezig met het opstellen van (nieuw) beleid voor het vliegen met drones boven Natura 2000-gebieden. Het college heeft de provincie verzocht om in deze beoordeling ook het gebruik van paramotors mee te nemen. Kan er een stand van zaken worden gedeeld over deze beoordeling vanuit de provincie?

  7. In de Hollandse Duinen wordt ingezet op zonering en het beschermen van kwetsbare natuur. Op welke manier wordt hierbij rekening gehouden met activiteiten in de lucht?


Leonie Gerritsen
Partij voor de Dieren






Indiendatum: 10 mei 2024
Antwoorddatum: 9 jul. 2024

Momenteel is het broedseizoen in volle gang. Doordat vele verstorende activiteiten zijn toegestaan in en rondom kwetsbare natuurgebieden wordt de druk op de natuurgebieden te groot. Op verschillende locaties in Den Haag, zoals het Westduinpark (de Berekuil), de Scheveningse Bosjes en de Duinweg zijn lasergame activiteiten toegestaan. Groepen van tot maar liefst 500 personen kunnen deelnemen aan de activiteiten. Betreding in deze omvang en frequentie leidt tot afbraak/vertreding van wat er is ontstaan aan duinvegetaties. Vanaf de zandmotor vliegen paramotoren af en aan over het Westduinpark. Uit eerdere schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren blijkt dat dit college van mening is dat de duinen en het strand belangrijke delen zijn van onze stad, die het verdienen om zorgvuldig mee om te gaan. De gemeente werkt daarom samen met de provincie, het Rijk en het Hoogheemraadschap om ons kustgebied op orde te houden voor nu en de lange termijn.

1) Is het college het met de indieners eens dat het toestaan van grootschalige activiteiten, zoals lasergamen en gemotoriseerd paragliding, zeer verstorend is voor de al kwetsbare natuur en niet verenigbaar is met het doel om zorgvuldig om te gaan met de duinen en het strand?

Het college begrijpt de achtergrond van de vraag en is het met de vragensteller eens dat er met natuur zorgvuldig moet worden omgaan. Het college kan in zijn algemeenheid echter niet ingaan op de genoemde activiteiten in relatie tot een mogelijk verstorende werking. Of een activiteit, gezien in het licht van de mate van natuurverstoring die deze activiteit met zich meebrengt, al dan niet verenigbaar is met het zorgvuldig omgaan met natuur, moet immers per activiteit en per gebied worden beoordeeld.

2) Tijdens het debat over de Programmabegroting 2024 heeft de Partij voor de Dieren gevraagd naar de vergunningverstrekking in de Natura-2000 gebieden vanuit de Provinciale Staten. Kan het college via deze weg alsnog de vergunningen die zijn verstrekt voor activiteiten in Haagse natuurgebieden delen met de raad?

Als bijlage is bijgevoegd een overzicht van de door de Provinciale Staten verleende vergunningen voorde Natura 2000-gebieden Westduinpark & Wapendal en Solleveld & Kapittelduinen.


3) Kan het college toelichten waarom dit type activiteiten in de natuur niet vergunningplichtig is?

Of een activiteit in de natuur, vanuit het oogpunt van natuurbescherming, wel of niet vergunningplichtig is, is ter beoordeling aan de provincie Zuid-Holland. De provincie is het bevoegde gezag wanneer het gaat om het al dan niet verlenen van een omgevingsvergunning Flora- en faun activiteit of een omgevingsvergunning Natura 2000-activiteit. Wanneer een activiteit in de basis niet vergunningplichting is, is het voor degene die de activiteit uitvoert nog steeds verboden om beschermde natuur aan te tasten. Tenslotte is in de Omgevingswet een specifieke zorgplicht opgenomen, waarmee een ieder wordt verplicht om bij activiteiten alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om negatieve gevolgen op natuur te voorkomen, te beperken, ongedaan te maken of zelfs die activiteit achterwege te laten. Zie verder het antwoord op vraag 9.

4) Kan het college toelichten hoe, bij het toestaan van deze activiteiten, rekening wordt gehouden met kwetsbare natuur en met het broedseizoen?

Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.

5) Is het college het met de indieners eens dat Combat Zone (lasergamen) toestaan in de Scheveningse Bosjes in strijd met het nieuwe beheerplan, waarin het deelgebied specifiek staat aangemerkt als rustgebied?

Zolang Combat Zone uitsluitend gebruik maakt van de in de Scheveningse Bosjes aanwezige paden,heeft het college niet de mogelijkheid om dit gebruik te verbieden. Wel laat het college onderzoeken of het adverteren voor activiteiten met de kennelijke bedoeling om buiten de paden te treden strafbaar is, en blijft het de ontwikkelingen rond frequent verstorende activiteiten, zoals het lasergamen in groengebieden, kritisch volgen. Ten aanzien van de activiteiten van deze organisatie in het Westduinpark, heeft de Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid recent een handhavingsgesprek gevoerd met de organisatoren. Medegedeeld is dat, wanneer deelnemers aan deze activiteiten zich buiten de aan hen toegewezen zandvlakte begeven, er handhavend wordt opgetreden.

6) Waarom worden grootschalige groepsactiviteiten in Natura-2000 gebied via het gemeentelijke marketing platform The Hague & Partners gepromoot?

The Hague & Partners heeft als taak het promoten van alle activiteiten die legaal in Den Haag plaatsvinden en maakt daarbij geen onderscheid in de aard van de activiteiten.

In de schriftelijke vragen over schade aan duinen (RIS316275) vroeg de Partij voor de Dieren vorig jaar al naar paramotoren in en rondom het Westduinpark.

7) Is het college bekend met het bezwaar van Stichting Duinbehoud over het toestaan van paramotoren?

Het college is hiermee bekend.


8) Vindt het college het wenselijk dat paramotoren (gemotoriseerd paragliden) worden toegestaan om en nabij stiltegebieden en beschermde natuurgebieden, los van waar het bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming ligt?

Het college verwijst voor het antwoord op deze vraag naar het antwoord op vraag 1.


9) De verantwoordelijkheid voor het toestaan van paramotoren boven het Westduinpark legt het college bij de provincie. Welke acties heeft het college genomen om deze activiteiten te voorkomen? Kan het college in gesprek gaan met de provincie over deze activiteiten?

Het college heeft geen actie richting de provincie ondernomen, anders dan te communiceren dat het opstellen van een beleidslijn ten aanzien van paramotoren gewenst is. Van de provincie is vernomen, dat vanuit de Omgevingswet voor de provincie de verplichting volgt om alle vormen van “huidig gebruik” in een Natura 2000-gebied per beheerplanperiode te evalueren, in het licht van de te behalen natuurdoelen. Deze analyse wordt voor het Natura 2000-gebied Westduinpark & Wapendal in 2024/2025 uitgevoerd. Het vliegen met paramotoren en drones zal daar, net als lasergameactiviteiten, pullkabeoefening en de aanwezigheid van hondenlosloopgebieden, een onderdeel van zijn. Wanneer een bepaalde vorm van gebruik het behalen van natuurdoelen in de weg staat, staat de provincie deze in de nieuwe beheerplanperiode niet meer toe.

10) In de beantwoording van de schriftelijke vragen, ‘Natuur niet de klos bij topsport’ (RIS318025 )

wordt aangegeven dat in de richtlijnen voor piloten is vastgelegd dat er niet boven Natura 2000-gebieden wordt gevlogen. Kan het college toelichten waarom het wel is toegestaan om met paramotoren boven het Westduinpark te vliegen, welke richtlijnen zijn hiervoor?

In de beantwoording van de schriftelijke vragen, ‘Natuur niet de klos bij topsport’ (RIS318025 ), wordt gerefereerd aan richtlijnen die aan de piloten vanuit de organisatie van het betreffende evenement zijn meegegeven, en niet om richtlijnen die door een overheid zijn voorgeschreven. Paramotoren vallen onder de kleine luchtvaart. Voor de kleine luchtvaart geldt dat zij in dichtbebouwde gebieden, havengebieden of industriegebieden op minimaal 300 meter boven de hoogste hindernis moeten vliegen. Buiten deze gebieden (inclusief Natura 2000-gebieden) geldt een minimale hoogte van 150 m. In de gedragscode voor de Recreatieve Kleine Luchtvaart staat, dat natuurgebieden zoveel mogelijk moeten worden gemeden en als dat niet mogelijk is, er een minimale hoogte van 1000 ft (ca. 305 m)moet worden aangehouden.

11) Kan het college uiteenzetten wat voor regels en protocollen er momenteel gelden voor alle vormen van vliegende objecten (drones, gemotoriseerde voertuigen etc.) boven natuurgebieden? Hoe en door wie wordt hier op gehandhaafd?

Er zijn geen algemeen geldende regels voor het gebruik van vliegende objecten boven natuurgebieden. Verder wordt verwezen naar het antwoord op vraag 10.


12) De provincie is bezig met het opstellen van (nieuw) beleid voor het vliegen met drones boven Natura 2000-gebieden. Het college heeft de provincie verzocht om in deze beoordeling ook het gebruik van paramotors mee te nemen. Kan er een stand van zaken worden gedeeld over deze beoordeling vanuit de provincie?

De provincie is bezig met het opstellen van richtlijnen ten aanzien van het gebruik van drones boven Natura 2000-gebieden. Zij ziet vooralsnog alleen aanleiding om het gebruik van drones boven Vogelrichtlijngebieden te reguleren. Het Natura 2000-gebied Westduinpark & Wapendal valt hier niet onder. Ten aanzien van paramotoren beraadt de provincie zich er nog over of zij hiervoor aanvullende eisen mag en wil stellen. Wanneer de wettelijk vastgestelde minimale vluchthoogte wordt nageleefd, kan alleen in het geval van significante verstoring voor Natura 2000-gebieden aanvullende eisen worden gesteld. Dit is voor Habitatrichtlijngebieden niet snel aan de orde, omdat er pas sprake is van verstoring wanneer de verstorende handeling van invloed is op de overlevingskansen, het voorplantingssucces of het voortplantingsvermogen van een beschermde soort, of deze leidt tot een verkleining van het leefgebied of tot verplaatsing of verdringing van die soort.

13) In de Hollandse Duinen wordt ingezet op zonering en het beschermen van kwetsbare natuur. Op welke manier wordt hierbij rekening gehouden met activiteiten in de lucht?

Activiteiten in de lucht maken geen deel uit van de nog op te stellen zonering.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,
Ilma Merx
de burgemeester,
Jan van Zanen