Bijdrage Opknap­plannen Houtwijk, Nieuw Waldeck en Maria­hoeve


Cie Leef­om­geving

12 november 2020

Voorzitter,

De Partij voor de Dieren is een groot voorstander van het vergroten van de participatie van inwoners bij het gemeentelijk beleid. Hierdoor kunnen inwoners meepraten over hun eigen omgeving. De Partij voor de Dieren wil haar waardering uitspreken aan de betrokken bewoners, ambtenaren en de heer van der Helm en mevrouw Zandstra. Door jarenlange bezuinigingen op onderhoud van de openbare ruimte hebben wijken en bijbehorende groenstroken behoorlijke achterstanden opgelopen. Een kwanti- en kwaliteitsimpuls is dus hard nodig voor het leefklimaat maar ook voor de biodiversiteit.

Voorzitter, de Partij voor de Dieren gaat eerst in op het participatieproces. Zo hebben we signalen ontvangen dat door bewonerscommissies enige sturing vanuit de gemeente is ervaren bij de uiteindelijke beslissing over de uitvoering van de plannen. Ook over de samenstelling en de totstandkoming van de bewonerscommissies zelf zijn bedenkingen. Want vertegenwoordigen ze wel de hele buurt? Maar ook is er nog een wereld te winnen in de betrokkenheid bij de inwoners. Als we bijvoorbeeld kijken naar het aantal inwoners dat hun stem heeft uitgebracht op de voorgestelde plannen. Maar voorzitter hieruit blijkt dat het proces nog veel beter kan. Kan de wethouder een reflectie en evaluatie geven over het proces en wat we hieruit kunnen leren om zo andere participatietrajecten te verbeteren?

Dan de plannen ter verbetering van de openbare ruimte. Er is nog veel onduidelijkheid over impact van de plannen op bijvoorbeeld het groen. Veel plannen moeten nog verder worden uitgewerkt in verband met verdere herinrichtingsplannen. Andere plannen kunnen direct starten na vaststelling ivm werk-met-werk. Zo komen er nog een aantal schets- en definitieve ontwerpen. Kan de wethouder aangeven hoe bij die ontwerpen de bewonerscommissies worden betrokken en of de bewonerscommissie bij alle ontwerpen wordt betrokken? Kan de wethouder ook aangeven wanneer we die verdere uitwerking kunnen verwachten?

Ook maakt de Partij voor de Dieren zich zorgen dat deze onduidelijkheid gaat leiden tot een kaalslag in het groen. Zo is te lezen dat bewoners schaduwoverlast van bomen ervaren. Daarom wordt voor de bomen een meerjarenplan uitvoerings- en beheerplan gemaakt. Ook komt er nog een integraal maatwerkplan bomen. Maar wanneer kunnen we die verwachten? Ook is er voor de opknap plannen een bomeneffectanalyse gemaakt voor Mariahoeve. Waarom is niet voor alle wijken een bomen effecten analyse gemaakt? Wanneer kunnen die documenten met de raad worden gedeeld? Want voorzitter als deze documenten niet voor de beraadslaging beschikbaar zijn is het onduidelijk waar we mee in stemmen.

Ook zijn er plannen die zich naast een ecologische verbindingszone liggen of er juist in. ZO wordt gesproken over het verlichten van een aantal fiets- en wandelpaden langs de Benoordenhoutseweg. Verlichting is daar onwenselijk voor de natuur. Kan het college aangeven hoe nadelige natuureffecten bij deze plannen worden voorkomen en hoe de plannen worden getoetst aan natuureffecten?

Voor de bescherming van groen zijn diverse belangenorganisaties. In een van de bijlage is te lezen dat AVN is benaderd kan de wethouder aangeven welke organisaties nog meer zijn benaderd?

Het beheer. Dit achterstallige onderhoud willen we niet nog een keer meemaken. Als gemeente zetten we met de nieuwe nota stadsnatuur in op ecologisch beheer als standaard. Daarom een aantal vragen over het beheer.

  • Hoeveel procent van het achterstallig onderhoud wordt met deze plannen weggewerkt?
  • Is in kaart gebracht in welke straten er sprake is van achterstallig onderhoud?
  • Hoe gaan we de gebieden duurzaam en ecologisch beheren?
  • Komt er nog een meerjarenonderhoudsplan voor de wijken?
  • Hoeveel budget is gereserveerd voor het onderhoud van groen- en wegbeheerders?

Tot slot wordt er gezegd dat de opgave groter is dan het beschikbare budget, dus dat er keuzes gemaakt moeten worden. Ook wordt gezegd dat sommige projecten niet uitgevoerd kunnen worden door geldgebrek. Dit kan dus betekenen dat tussentijdse wijzigingen worden doorgevoerd in de projectplannen die wel worden uitgevoerd. Wie bepaalt dan uiteindelijk aan welke projecten het geld wordt besteed als een ander project niet kan doorgaan?