Bijdrage Stedelijk Ener­gieplan en Eneco­mid­delen duur­zaamheid


Raad

16 december 2020

Voorzitter,

We bespreken vandaag het Haagse antwoord op de klimaatcrisis. Na eerst de kadernota en programmabrieven te hebben gelezen zou nu écht het stuk komen waarin veel duidelijk werd. Maar voorzitter, helaas.

We schuiven de aanpak van het klimaatprobleem weer voor ons uit. En voorzitter, deze kans grijpt de Partij voor de Dieren dan maar om met 6 voorstellen te komen.

Allereerst zien we dat er geen zicht is op een eindplaatje. Waar werken we naartoe en wat zijn de tussendoelen? En waarom kiezen we een bepaalde inzet? Goed beleid wordt gebaseerd op het vaststellen van het bestaan van een specifiek probleem waar de overheidsinzet een oplossing voor is. Om dit scherper te krijgen de volgende motie:

  • Verzoekt het college: per voor te leggen raadsvoorstel duidelijk te maken wat het specifieke probleem is dat met het voorstel wordt geadresseerd en wat het beoogde kwantitatieve resultaat is van het voorstel.

Ten tweede worden middelen ingezet en wordt er het labeltje ‘revolverend’ op geplakt, maar niemand weet nog wat dit precies betekent. Dit ondanks dat dit al in het coalitieakkoord stond en ondanks dat de Rekenkamer hier goede punten over heeft gemaakt. Vandaar de volgende motie:

  • Verzoekt het college: bij de verdere uitwerking van het bestedingsplan bij elk onderwerp waar wordt gesproken over revolverendheid de raad puntsgewijs te informeren over de zes kernvraagstukken van de Haagse rekenkamer.

Ten derde hanteert het college op sommige onderdelen de benadering; na mij de zondvloed. Ze financiert bestaande ambtelijke capaciteit met Enecomiddelen en in 2023 zijn de middelen op. De gemeente hoopt dat het Rijk dit dan betaalt. Om hier zorgvuldig mee om te gaan de volgende motie:

Verzoekt het college:

    • de dekking van de programma- en proceskosten van de energietransitie vanaf 2022 uit te werken;
    • de raad hier voor het zomerreces van 2021 over te informeren.


    Ten vierde, de temperatuur. We moeten zorgen dat we niet volledig afhankelijk worden van hogetemperatuurwarmte uit de Rotterdamse haven. Op dit punt steunen we volledig het amendement van de HSP dat zo wordt ingediend. Specifiek hebben we onze zorgen over Mariahoeve. Hier lijkt ook te worden voorgesorteerd op Rotterdamse warmte. In de Commissie gaf de wethouder echter aan dat dit niet het voornemen is. Om dit ook duidelijk te maken in het SEP; het volgende amendement.

    Ten vijfde, is isolatie uitermate belangrijk en juist bij nieuwbouw kunnen we meer eisen. Amsterdam is daarbij een goed voorbeeld. Vandaar de volgende motie:

    Verzoekt het college:

    • bij het Rijk te vragen om het voor Den Haag mogelijk te maken om strengere duurzaamheidseisen te stellen voor nieuwbouw;
    • voorbereidingen te treffen om, in elk geval direct na inwerkingtreding van de Omgevingswet, de duurzaamheidseisen voor nieuwbouw in heel Den Haag aan te scherpen.

    En voorzitter, ten zesde, nieuwbouw moeten we niet op de Rotterdamse warmte aansluiten, maar op duurzame lagetemperatuurwarmte. Om dit glashelder te maken, de volgende motie:

    Verzoekt het college:

    • alle beschikbare instrumenten in te zetten om ervoor te zorgen dat nieuwbouw en grootschalig gerenoveerde objecten overschakelen op lagetemperatuurverwarming;
    • deze inzet te verwerken in toekomstige beleidsdocumenten over dit onderwerp, waarbij wordt geëxpliciteerd welke instrumenten op welke manier worden ingezet.

    Voorzitter, Ik denk dat we met deze voorstellen weer een stapje in de goede richting zetten richting een klimaatneutraal Den Haag.

    Dank u wel.